De CL. Davids psalmen
(1644)–Johan de Brune (de Oude)– Auteursrechtvrij§1DE Heere regeert, hy is met hoogheydt
Bekleedt; de Heer' is met sterckte bekleedt.
Hy heeft zich om-gort: oock is de weereldt
Bevestight, sy en zal niet wanckelen.
| |
§2Van doe aen is uwen throon bevestight.Ga naar margenoot+
Ghy zijt (o Heere) van eeuwigheydt af;
De rivieren verheffen, o Heere:Ga naar margenoot+
De rivieren verheffen haer bruijssen:
| |
§3De rivieren verheffen haer stootingh.
(Doch) de Heer in der hooghten is stercker
Dan het bruijssen van groote wateren,
| |
[fol N3r, p. 197]
| |
Dan de geweldighe baren der zee.
| |
§4Vwe ghetuyghenissen (o Heere)Ga naar margenoot+
Zijn zeer waerachtigh ende ghetrouwe.
De heyligheydt is voor uwen huyse
Cierlick, o Heere, tot langhe daghen.
|