De CL. Davids psalmen
(1644)–Johan de Brune (de Oude)– Auteursrechtvrij
[fol M4v, p. 184]
| |
Een Liedt, een Psalm voor de kinderen Korah, voor den Opper-Zangh-Meester, op Machalath-Leamoth: een onderwijzinghe Hemans des Ezrahiters. | |
§1O Heere, ghy Godt mijnes heyls,
Ick roep' voor u, by daegh', by nachte.
Mijn ghebedt kome voor uw aenschijn:
Neijght uw' oore tot mijn gheschrey:
Want mijn ziel is zat der teghenhe'en,Ga naar margenoot+
End' mijn leven raeckt tot aen het graf.
| |
§2'K ben gheacht met die in de kuyl
Dalen, ick ben als een kracht'loos man,Ga naar margenoot+
Af-ghezondert onder de doode:
Als verslaghene, die in't graf
Ligghen, die ghy niet meer en ghedenckt:
End' die van uw hand af-ghesne'en zijn.
| |
§3Ghy leght my in den onder-kuyl,Ga naar margenoot+
In duysternissen, in de diepten:
Vwe grimmigheydt die light op my:
| |
[fol M5r, p. 185]
| |
Ghy* druckt my met all' uw baeren. Sela!
Ghy doet mijn bekende verr' van my,
Ghy stelt my tot een' grooten grouwel:Ga naar margenoot+
| |
§4Ick ben besloten, end' en kanGa naar margenoot+
Niet uyt komen: mijne ooghe treurt,Ga naar margenoot+
Van weghen verdruckinghe. Heere,
Ick roep' tot u den gantschen dagh:
Ick streck mijne handen uyt tot u.
Zult ghy wonder doen aen de doode?Ga naar margenoot+
| |
§5Of zullen d' over-ledene
Op-rijzen? Zullen-ze u loven? Sela!
Of zal uwe goedertierenheidt
In den grave vertelt worden?
Vwe ghetrouwigheid, in 't* verderf?
Zal m' uw wonder in 't duyster weten?Ga naar margenoot+
| |
§6Of (weet-men) uw' gherechtigheidt,
In het landt der verghetenisse?
Maer ick, o Heere, roepe tot u:
Mijn ghebedt komt u 's morghens voor.
Heer, waerom verstoot ghy mijn ziele?Ga naar margenoot+
End' verberght ghy uw aenschijn voor my?
| |
§7Van der jeught aen, ben ick bedruckt,
Ende (ghelijck als) ziel-brakende:
Ick draeghe uwe vervaernissen:
Ick ben met twijffel-moedigheydt.Ga naar margenoot+
Vw' toornigheden gaen over mij;
Vw verschrickinghen doen mij vergaen.
| |
§8Zij om-ringhen mij al den dach,
Als water: t' saem om-gheven zij mij.
Ghij doet vriend, end' med'-ghezel van mij.Ga naar margenoot+
Mijn bekende zijn in't duyster.
|
|