Uitbreiding over honderd leerzaame zinnebeelden
(1722)–Claes Bruin– Auteursrechtvrij
[pagina 180]
| |
[pagina 181]
| |
Op het XCste Zinnebeeld.
Schoon Tantalus hier zwoegt en hygt,
Om van deez' Boom met vrucht belaaden,
Zyn scherpen honger te verzaaden;
Schoon hy in 't water nederzygt;
Noch moet hy spys en drank ontbeeren.
ô Dwaazen die door gierigheid
Verhongerd, deerlyk zyt misleid!
En nimmer denkt dan op 't vermeeren,
En staapelen van 't blinkend slyk
Daar gy om wroeten gaat en delven,
En arm, helaas! zyt by u zelven,
En nooit in iemands oogen ryk.
Laat deez' rampzalige aan u toonen
Dat ge in een' diepen geldvloed staat,
Die nooit uw gouddorst, heeft verzaad.
Wie kan die snoode drist verschoonen?
Ge ontbeert het geen gy niet bezit,
En dat gy door geduurig schraapen
Van schat op schat by een kost raapen,
Terwyl ge Mammon daag'lyks bid
Om meer, durft gy hier naauw genieten.
Elendig schepsel nimmer vry
Van ramp in uwe slaverny;
Wat zal 'er voor u overschieten
Indien ge u niet bekeert? Een staat
Daar smert en droefheid nooit vergaat.
|
|