Uitbreiding over honderd leerzaame zinnebeelden
(1722)–Claes Bruin– Auteursrechtvrij
[pagina 162]
| |
[pagina 163]
| |
Op het LXXXIste Zinnebeeld.
Wat leert dit scherp geslepen Staal,
't Welk çierlyk blinkt in de oogen?
Wat anders, dan 't vermogen
Der valsche tong, die door 't onthaal
Van schyngunst ons zal streelen,
En 't waardste pand ontsteelen,
Een' goede naam die all' het goud
Des waerelds gaat te boven.
Wie haar hier wil gelooven,
En 't diepste hertsgeheim vertrouwt,
Dien zal ze vinnig steeken;
Zy schept haar lust in 't wreeken,
En 't kwetsen van het vroom gemoed;
Zy is de bron der plaagen
Die de Eendracht kan verjaagen;
Zy doet de waereld met een' vloed
Van gruw'len overstroomen.
Wie kan haar drift betoomen?
Ze ontziet noch bloed, noch God, noch eer,
Maar hakt het all' in stukken
Dat niet voor haar wil bukken.
Men schuw' dan dit gevreest geweer,
Dat duizend zielen heeft doorsneden,
Door waarheid en oprechte zeden.
|
|