Uitbreiding over honderd leerzaame zinnebeelden
(1722)–Claes Bruin– Auteursrechtvrij
[pagina 154]
| |
[pagina 155]
| |
Op het LXXVIIste Zinnebeeld.
Het smaak'lyk sap der Persikvrucht
Kan ieders tong behaagen;
Doch om een schat te waagen,
Om welks verlies men klaagt en zucht.
Haar Pit verstrekt in tegendeel,
Hoe bitter, tot bewaaring
(Naar menig arts verklaaring)
Van 's levens allerbest juweel
Hoe klaar stelt ons dit Zinnebeeld
Aan de eene zy' 't vermogen
Der wellust hier voor oogen,
Die d' aardsgezinden mensch steeds streelt,
En nodigt op den valschen smaak
Van haare lekkernyë,
Door snoode vleieryë,
De bron van 't dood'lyk schynvermaak:
Aan de and're kant oprechte deugd,
Wiens voorsmaak haar' bezitter
In 't eerst, als heilig bitter,
Een afschrik geeft, maar tot zyn vreugd,
Waar door de ziel steeds blyft gezond,
In spyt van haaren vyand.
Men maak' dan door Gods bystand,
Met waare Godsvrucht een verbond,
Om steeds naar haaren raad te hooren:
Dit kon een Hercules bekooren.
|
|