Uitbreiding over honderd leerzaame zinnebeelden
(1722)–Claes Bruin– Auteursrechtvrij
[pagina 86]
| |
[pagina 87]
| |
Op het XLIIIste Zinnebeeld.
De vlugge Zwaluw weet haar' tyd,
En laat zich door geen list bedriegen,
Om in het Lentsaizoen te vliegen,
Daar zy van kommer is bevryd.
Dit stelde eens klaarGa naar voetnoot* Hilkiaas Zoon
't Hartnekkig Israël voor oogen,
Dat steeds het eeuwig Alvermogen
Vergat, en tergde tot zyn hoon.
Ach! waaren wy in onzen staat
Door aan de hoop van aardsbelangen
En hun genot te blyven hangen;
Niet schuldig aan het zelfde kwaad!
Waar is het innerlyk berouw
Om alle zonden af te zweeren,
En tot zyn Schepper weêr te keeren?
Waar is oprechte deugd en trouw?
Waar liefde, vrede en lydzaamheid?
Wat word dit alles schaars gevonden!
Dus word het hoogst' gezag geschonden,
Dat moog'lyk reeds de straf bereid
Om met een' onverwagten slag
't Weêrbarstig menschdom te vernielen.
Keert dan te rug, verblinde zielen!
Wie vreest Hem niet die 't all' vermag?
Dies valt hem aanstonds in de roede.
Niets dan bekeering stuit zyn woede.
|
|