Uitbreiding over honderd leerzaame zinnebeelden
(1722)–Claes Bruin– Auteursrechtvrij
[pagina 62]
| |
[pagina 63]
| |
Op het XXXIste Zinnebeeld.
De Vuurpyl schielyk op geschooten,
Tot daar hy in de lucht verdwynt,
Is 't waare Zinnebeeld der Grooten,
Wiêr stand volmaakt en heerlyk schynt,
Wanneer zy met de wimpels zwieren
Van overdaad en hovaardy,
Om dus den ruimen toom te vieren
Aan hun vergulde slaverny.
Hunn' Evenmensch metschemp naar de oogen
Te steeken, dunkt hun dat hun past;
Zo groejen met hun trots vermogen,
Geweld, bedrog en overlast.
Maar naaulyks zyn zy opgestegen
Tot aan de wolken van hun waan,
Of God, de kenner van elks wegen,
Doet hen in rook en stof vergaan.
Men schrikk' dan om hier hoog te vliegen;
Men buige door Ootmoedigheid,
Die nooit zal vleiën of bedriegen,
Met diep ontzagh voor 't hoogst' Beleid,
Dat hoogmoed haat, maar 't nedrig herte
Geneezen wil van smaad en smerte.
|
|