Uitbreiding over honderd leerzaame zinnebeelden
(1722)–Claes Bruin– Auteursrechtvrij
[pagina 60]
| |
[pagina 61]
| |
Op het XXXste Zinnebeeld.
Het dierbaar Marmer, tot çieraad
Van 't koninglyk gebouw geschikt,
Legt hier veracht op de aarde;
Op dat het in dien laagen stand
Beschaaft, bereid werde en gebikt,
Tot het naar zyne waarde
Met luister aan den gevel praalt.
De wyste Bouwheer doet den mensch,
Het proefstuk van zyn werken,
Eer hy hem met zyn gunst bestraalt,
Berooven van zyn hoop en wensch,
Tot dat hy zyne merken
Van heerlykheid in 't nedrig hert
Heeft ingedrukt, door tegenspoed,
En zachte liefdeslagen.
Zo volgt de kroon na kruis en smert.
Wie zou, om d'eeuwig' overvloed
Hier niet wat leeds verdraagen?
Wie duld niet gaarne dat Gods hand
Hem hier door druk op 't schoonst' polyst?
Wie zal voor 't werktuig vreezen?
Om in zyn tempel hoog van stand,
Daar 't werk dien grooten Meester pryst,
Een steunpilaar te weezen.
Men roemt vergeefs op aardsche praal;
Die glans verdooft het altemaal.
|
|