Uitbreiding over honderd leerzaame zinnebeelden
(1722)–Claes Bruin– Auteursrechtvrij
[pagina 38]
| |
[pagina 39]
| |
Op het XIXde Zinnebeeld.
De weêrglans van de zonnestraalen,
Die op de zwarte wolken daalen,
Doet ons den ronden Regenboog
Beschouwen met zyn schoone verven,
Die anders moest zyn' luister derven.
ô Mensch! hef eens uw hert om hoog,
En leer hoe 's waerelds tegenspoeden
De ziel voor 't grootst' gevaar behoeden,
Die dan met ongemeenen glans,
Al schynt hier haar geluk te zinken,
Op 't allerheerlykste uit zal blinken,
Gelyk die boog aan 's hemels-trans.
Dus trekt (Ach! konden wy 't gelooven!)
De Alwysheid ons met kracht naar boven,
En toont een' schets van eenen schat,
Daar all' wat schoon is voor moet zwichten,
Die steeds ons zal met glans verlichten.
Gelukkig die dit wel bevat,
En 't hert van de aarde los wil makken,
Om eeuwig in Gods gunst te blaaken.
|
|