Uitbreiding over honderd leerzaame zinnebeelden
(1722)–Claes Bruin– Auteursrechtvrij
[pagina 36]
| |
[pagina 37]
| |
Op het XVIIIde Zinnebeeld.
Het bruisschende geklater
Van 't steeds afvloejend Water
Geeft aan dit draajend Rad meer kracht,
Dan duizend sterke handen,
Hoe vast ze ook samenspanden.
Dit leert ons hoe de hoogste Magt,
Door zyn genade en zegen,
De raden moet beweegen
Van onzen stand: Hy is de bron
Daar 't all' van af moet daalen.
Vergeefs is 't ydel praalen
Door hoogmoed, die de held're zon
Van ons geluk verduistert.
Rampzalig hy die luistert
Naar eigenwaan, die Godsvruchtspest.
Men eer dan 't Opperwezen
Met hem oprecht te vreezen.
Een groots gevoelen is maar gest.
Zyn goedheid moet eerst geeven,
Zal 't welgaan in ons leven.
Wys is hy dan, die hier zyn staat
Gods voorzorg meest bevolen laat.
|
|