Goenong-Djatti(1909)–Carry van Bruggen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 290] [p. 290] Ontmoeting. Een wijde weg is 't, Lieveling, voor mijn arme, zwakke voeten, Ik zou, als ik zoekend den reis aanving veel dagen zwerven moeten. Ik zou te bleek en moe, m'n Lief, je voor de voeten zinken. Je zoudt geen kussen-lafenis mij van de lippen drinken. En och, vergeefs, belast mijn groet ijlende wolkenluchten. Een booze storm komt verwoed - Verstrooit mijn stille zuchten. Maar als in blauw fluweelen nacht de blanke sterren staan, laat dan je blik, verlangend zacht, òp naar den hemel gaan. Je blik maakt in 'n oogwenk maar, dien weg, zoo verre, vèrre.... Je ziel vindt dan de mijne daar, hoog boven, bij de sterren. Jeanne C. van Leyden. Vorige Volgende