basisgegevens
gestandaardiseerde naam kamer:
'gheselscepe... vander helegher maeght ende martelesse Sente Baerbelen, Sente Appolonien, Sente Elizabeth van Dueringhen' (1478); 'den gheselscepe van Sente Baerbele tSente Jans' (1485)
spelwijze in bron(nen):
'gheselscepe... vander helegher maeght ende martelesse Sente Baerbelen, Sente Appolonien, Sente Elizabeth van Dueringhen' (1478); 'den gheselscepe van Sente Baerbele tSente Jans' (1485)
varianten:
'gheselscepe van der helegher maeght ende martelesse Sente Baerbelen, Sente Appolonien, Sente Elizabeth van Dueringhen' (1478); 'den gheselscepe van Sente Baerbele tSente Jans' (1485)
zinspreuk:
gebruikte code:
GEN6
patroonheilige:
H. Barbara (en H. Apollonia en H. Elisabeth van Thüringen)
vroegste bronvermelding:
06-08-1478
gedoopt:
geografisch-politieke situering van de kamer
plaats:
Gent
(stad/dorp/vrijheid):
Stad
district:
gewest:
Vlaanderen
korte geschiedenis
Op 6 augustus 1478 werd het 'gheselscepe van der helegher maeght ende martelesse Sente Baerbelen, Sente Appolonien, Sente Elizabeth van Dueringhen' erkend door de magistraat van Gent. In de statuten werd niet uitdrukkelijk gesteld dat het om een rederijkersgezelschap ging (wat wel het geval was bij de andere Gentse kamers), maar er werd wel bepaald dat vier van de twaalf proviseerders van de broederschap 'van der Rethorique' moesten zijn. De leden werden ook verplicht een habijt te laten maken 'metter devise van eener torre ende lamme'. Wellicht ambieerde het broederschap, dat net als Sint-Agnete een kapel had in de Sint-Janskerk, het statuut van officiële rederijkerskamer. Interessant is dat Mariën Theeren een week later (precies een dag voor de nieuwe schepenen officieel in functie traden) wel uitdrukkelijk als rederijkerskamer erkend werd. Opvallend is ook dat de enige twee optredens waarvoor het gezelschap vergoed werd door de stad, plaatsvonden bij de intredes van Maximiliaan van Oostenrijk in Gent in 1485 en 1486. Het gezelschap was in 1519 nog als broederschap actief. In die periode is in de bronnen uitdrukkelijk sprake van slechts vier erkende rederijkerskamers (De Fonteine, Sint-Agnete, Mariën Theeren en Sint-Barbara te Sint-Pieters).
documenten
reglementen:
- Gildenbrief verleend door de Gentse magistraat (6 augustus 1478): origineel verloren/ afschrift: Stadsarchief Gent, reeks 301 nr. 54 (1477-1478), 150r.
ledenlijsten:
rekeningen:
inventarissen:
processtukken:
rekwesten:
rentetitels:
correspondentie:
literaire productie:
historische nota's:
andere nota's:
verantwoording
broncitaten:
Stadsarchief Gent, Reeks 400, stadsrekeningen 1484-1485, 450v:
'Item, betaelt den gheselscepe van der Fonteyne ter causen van huerlieder costen ghedaen in tooghe zekere figuere ter incomst van onsen gheduchten heere ende hertoghe van Oostrijcke 30 s.gr.
Item, den gheselscepe van Onser Vrauwen tSente Jacops van ghelijken coste 33 s. 11 d. ob. gr.
Item, den gheselscepe van Sente Baerble tSente Pieters van ghelijken coste 2 lb. 11 s. gr. 2 d. par.
Item, den gheselscepe van Sente Angneete tSente Jans van ghelijken coste 37 s. 4 d. gr.
Item, den gheselscepe van Sente Baerbele tSente Jans van ghelijken coste 16 s. gr.'
Stadsarchief Gent, Reeks 400, stadsrekeningen 1485-1486, 112v:
'Item, betaelt die van Onser Vrauwen Sent Jacops over den uppersten prijs van den esbattementen 30 s.gr.
Item, betaelt die van Sente Barbelen Sente Jans over den naerprijs van den esbatementen 20 s.gr.
Item, betaelt die van Sente Barbelen Sente Pieters over den derden prijs van den esbattementen 10 s.gr.'
literatuur:
Trio 1990, 140.
naar bibliografie