basisgegevens
gestandaardiseerde naam kamer:
De Vroeden
spelwijze in bron(nen):
'Vroen' (1561); 'Cruusbroeders Zeven Vroen' (1615)
varianten:
'Vroen' (1561); 'Cruusbroeders Zeven Vroen' (1615); 'Gulde van der Vroen' (1622)
zinspreuk:
gebruikte code:
MEN2
patroonheilige:
H. Kruis (1615)
vroegste bronvermelding:
1561
gedoopt:
geografisch-politieke situering van de kamer
plaats:
Menen
(stad/dorp/vrijheid):
Stad
district:
Kasselrij Kortrijk
gewest:
Vlaanderen
korte geschiedenis
De stadsrekeningen van Menen 1560-1561 vermelden 1 kamer en 3 'benden': 'An de ghulde van de Rhetoricque, de benden van de Lichteladen, van de Vroen ende van de Mooren' (vergoeding voor deelname aan processie 1561). In de periode tussen 1577 en 1615 is noch van de kamer noch van de benden sprake. In de eerste helft van de zeventiende eeuw waren De Mooren verdwenen, maar de andere twee 'benden' traden nu als erkende rederijkerskamers op.
documenten
reglementen:
ledenlijsten:
rekeningen:
inventarissen:
processtukken:
rekwesten:
rentetitels:
correspondentie:
literaire productie:
historische nota's:
andere nota's:
verantwoording
broncitaten:
Rembry-Barth 1881, 575-76 (naar verloren stadsrekeningen van Menen van 1560-1561):
[vergoeding voor deelname aan processie]
'An de ghulde van de Rhetoricque, de benden van de Lichteladen, van de Vroen ende van de Mooren...'
Algemeen Rijksarchief Brussel, Rekenkamers nr. 36218, stadsrekeningen Menen 1615-1616, 37v:
'An de Cruusbroeders Zeven Vroen ter causen dat zij up den St. Jans dach 1615 in processen ghegaen hebben ter eeren van der heilighen Sacramente ende ghespeelt het spel van den zeven wercken der bermerticheit, blickende bij zekere reqete, ordonnantie ende quittancie. Betaelt 12 lb.par.'
Algemeen Rijksarchief Brussel, Rekenkamers nr. 36226, stadsrekeningen Menen 1622-1623, 61v:
'Item an de voornoemde drie gulden midtsgaders de gulden van Sinte Barbara ghezeyt de Barbaristen, de gulde van Lichgelaen ende de gulde van der Vroen, elc de somme van thien pond parisis, maeckende de somme van tzestich ponden parisis ende dat om dieswille dat zij huerlieder debvoir hebben ghedaen in 't ommegaen ende vercieren van de processie up beede de Sacremens daeghen, Sint Jansdaech ende Sint Jacobz daech van den jaere 1622...'
literatuur:
BB 1891-1923, 94-96; Van Elslander e.a. 1944, 16; Van Elslander 1968, 41.
Rembry-Barth 1881, 568-89; Arickx 1963 (a).
naar bibliografie