basisgegevens
gestandaardiseerde naam kamer:
De Lichtgeladen
spelwijze in bron(nen):
'De Lichtgeladen' (1448)
varianten:
'De Lichtgeladen' (1448)
zinspreuk:
gebruikte code:
IEP01
patroonheilige:
OLV Hemelvaart (1498); OLV van Alsemberg (17e eeuw)
vroegste bronvermelding:
1448
gedoopt:
geografisch-politieke situering van de kamer
plaats:
Ieper
(stad/dorp/vrijheid):
Stad
district:
gewest:
Vlaanderen
korte geschiedenis
Vanaf het begin van de vijftiende eeuw voerden allerlei gezelschappen togen en spelen op in het kader van de Ieperse Tuindagprocessie: broederschappen, wijkgezelschappen, particulieren en gezelschappen uit andere steden. Tussen 1410 en 1427 traden allerlei gezelschappen op met vooral ludieke namen. Waarschijnlijk gaat het om wijkgezelschappen: tussen 1428 en 1448 werden dit soort gezelschappen niet meer vermeld, maar traden wel telkens de parochies op.
In 1448 is sprake van ‘den ghezelscepe van den Lichtgeladen’, in 1449 is sprake van de ‘tytelaers van den Lichtgeladen’. De ‘Lichtgeladen van Ypere’ namen in 1495 deel aan een wedstrijd in Nieuwpoort in het kader van de Sacramentsprocessie. In een afschrift van een verloren gegaan handschrift over de intrede van Filips de Schone in Ieper in 1498 is sprake van 'de Lichtgelaeden Onser Vrauwen Assumptie'.
In 1578 werden de kamers in Ieper gesloten. De kamer werd in 1618 officieel heropgericht. In de opdrachten van de gedichten van Claude de Clerck (1623-1645) is sprake van ‘de Redenrijcke gilde van Onse-Lieve-Vrouwe van Alsenberghe, gheseyt Lichtgheladen’.
documenten
reglementen:
ledenlijsten:
rekeningen:
inventarissen:
processtukken:
rekwesten:
rentetitels:
correspondentie:
literaire productie:
historische nota's:
- Nota's (uit de periode 1814-1846) van J.J. Lambin over de rederijkers: Koninklijke Bibliotheek Brussel, hs. II 4881, deel 3, 250r-251r.
- Allerlei gegevens over de rederijkers: Koninklijke Bibliotheek Brussel, fonds Merghelynck, nr. 108.
andere nota's:
verantwoording
broncitaten:
Algemeen Rijksarchief Brussel, Rekenkamers nr. 38672, stadsrekeningen Ieper 1448, 30r:
[Tuindag 1448]
‘den ghezelscepe van den Lichtgheladen’ (2 kannen)
Algemeen Rijksarchief Brussel, Rekenkamers nr. 38673, stadsrekeningen Ieper 1449, 31v:
[Tuindag 1449]
‘den tytelaers van den Rosiers ende Lichtgheladen’ (elk 2 kannen)
literatuur:
Kops 1774, 322; De Laserna Santander 1809, 182; Schotel 1871, 261-63; Van Elslander e.a. 1944, 14; Van Elslander 1968, 36.
Lambin 1840; Diegerick 1854, 294-98; Serrure 1869; Vandenpeerebome 1881; Van Hauwaert 1893, 25-28; De Sagher 1898, 178; Bols 1903; Fris 1921; Maertens-de Noorthout 1932; Rombauts 1946; Cornillie 1950; Carton 1981; Vandecasteele 1990.
naar bibliografie