basisgegevens
gestandaardiseerde naam kamer:
OLV en de heilige Drie Koningen
spelwijze in bron(nen):
'Onsser Liever Vrouwen bruderschappen van Sinte Hilarius' (1539)
varianten:
'Onsser Liever Vrouwen bruderschappen van Sinte Hilarius' (1539); 'dye bruders van den Heyligen Drye Conynginnen' (1546); 'der broderschappen van den Heyligen Drie Coningen Sint Hilaris' (1551)
zinspreuk:
gebruikte code:
MAA1
patroonheilige:
OLV en Drie Koningen (en H. Hilarus) (1520)
vroegste bronvermelding:
1520
gedoopt:
geografisch-politieke situering van de kamer
plaats:
Maastricht
(stad/dorp/vrijheid):
Stad
district:
gewest:
Brabant/Luik
korte geschiedenis
Reeds in 1509 was in Maastricht een gezelschap actief van 'spelluyden die op wagenen spelen'. Een broederschap van Onze Lieve Vrouw en de Heilige Drie Koningen was al in 1520 in de Sint-Hilariuskapel gevestigd. Op Sacramentsdag 1527 werden de 'Heilige Drie Coningen' uitgebeeld in de ommegang. Zeker vanaf 1539 was het de broederschap die de Drie Koningen uitbeeldde in de ommegang. Op 8 juni 1546 registreerde de Maastrichtse raad op verzoek de statuten 'van den bruyderschappen van Sinte Aemelien' goed. De leden dienden een eed van trouw te zweren aan de heren van Maastricht en aan 'dye bruders van den Heyligen Drye Conynginnen'. Daarna is niet langer sprake van Sint-Enimie. Waarschijnlijk assimileerde de broederschap van OLV en de heilige Drie Koningen Sint-Enimie volledig. Ook De Wijngaardrank, die vermeld wordt in 1551 en 1553, was wellicht een afdeling van de broederschap.
Na het verdwijnen van De Jonge Goudbloem (laatste vermelding in 1559) is in de raadsverdragen enkel nog sprake van de 'rethorykers'. Wellicht wordt hiermee de rederijkersafdeling van de broederschap van OLV en de Heilige Drie Koningen bedoeld, uit een stuk uit 1556 blijkt immers dat de broederschap en de 'Rhetorisynen' één gezelschap vormden. De (niet bewaarde) statuten van de 'rethorykers' werden op 12 september 1565 goedgekeurd. De rederijkers worden voor het laatst vermeld in de raadsverdragen van 1566. In 1569 werd besloten 'dye gereytschappen van den rethorycken' ten voordele van de stad te verkopen.
De casus van de broederschap van OLV en de Heilige Drie Koningen en de rederijkersgezelschappen van Sint-Enimie en De Wijngaardrank die zeker tijdelijk deel uitmaakten van dit broederschap, toont aan dat in een stad aan de periferie van de Nederlanden de rederijkerscultuur zich in een hybride vorm ontwikkelde.
documenten
reglementen:
ledenlijsten:
rekeningen:
inventarissen:
processtukken:
rekwesten:
rentetitels:
correspondentie:
literaire productie:
historische nota's:
andere nota's:
verantwoording
broncitaten:
Gemeentearchief Maastricht, Archief van de Indivieze Raad inv. nr. 49, Raadsverdragen 1495-1521, 209v:
[5 november 1509]
'Op maendage 5 novembris A° 1509 wart verdragen in den gemeynen Rait dat men van nou voertaen totten wederdragen ende opseggen van der Rade ende des Rechts den spelluyden die op wagenen spelen, want men tsamen eyn geselschap sij in 't spelen, soe dick als sij op wagenen spelen ende achter straten varen ende spelen van gracien ende gunsten wegen gunnen sal eynen hornse gulden'.
Gemeentearchief Maastricht, Archief van de Indivieze Raad inv. nr. 51, Raadsverdragen 1527-1532, 13v:
[17 juni 1527]
'Op moendach 17 juny wairt verdraegen in den gemeynen Rait dat die peymeyster van der stat wegen den ghenen dien op Sacramentz om rijden sullen in de stat van de Heilige Drie Coningen, gheven sal acht gulden current'.
Gemeentearchief Maastricht, Archief van de Indivieze Raad inv. nr. 53, Raadsverdragen 1537-1542, 180v:
[8 juli 1539]
[In de marge]: 'van Onsse Lieven Vrouwen bruederschaep van Sinte Hilarius'
'Opten voirg. dach wairt oich verdraegen in den gemeynen Rait dat men Onsser Liever Vrouwen bruderschappen van Sinte Hilarius die op Sacramentz dach omgereden hebben in naeme van den Heiligen Drie Coningen... geven sal acht gulden gelijk sij in voir jaeren gehadt hebben.'
Gemeentearchief Maastricht, Archief van de Indivieze Raad inv. nr. 55, Raadsverdragen 1545-1552, 54r:
[8 juni 1546]
[In de marge]: 'Van der broederschappen van Sint Aemilien'
'Insgelijcken waert oick verdraegen In den gemeinen Raedt dat men die supplicatie op huyden in raedt geexhibert van den bruyderschappen van Sinte Aemelien hier naer geregistreret van nu voirtdaen alsoe onderhalden sal ende in der selver begert dat men hon vergonnen soutde te hebben vijfftich persoenen als dye schutten hebben, doch neyt waeck vrije te sijn ende dye selve in eytde stellen ende te straven van sweeren, schelden ende oneerlicken worden nae grotheyt der saeken ende dye selve bruyken te bekeren ter eeren goden ende der processien.
Der eydt [in de marge]: 'Den eydt van den broderen voerg'
Ick N. Suer beyde onssen ge. heeren der stadt van Trycht ende dye bruders van den Heyligen Drye Conynginnen ende regenten trouwen ende gehorsam te sijn, soe mich Godt help.
Item dye welcke dye deser eydt gedaen sullen hebben sullen hon alle tijt moegen doen vuytdoen met eenen horns gulden'.
Gemeentearchief Maastricht, Archief van de Indivieze Raad inv. nr. 55, Raadsverdragen 1545-1552, 122v:
[7 maart 1547 n.s.]
[In de marge]: 'van der bruyderschap der Heyligen Drie Coeninghen'
'Opten voerg. dach waert noch verdragen in den gemeynen raedt dat men der broderschappen van den Heyligen Drie Coninginnen van der stadt wegen te hulpen hennen costen geven sal seven gulden current'.
Gemeentearchief Maastricht, Archief van de Indivieze Raad inv. nr. 55, Raadsverdragen 1545-1552, 446r:
[17 augustus 1551]
'Opten voerg. dach waert noch verdragen in den gemeynen raedt dat men der broderschappen van den Heyligen Drie Coningen Sint Hilaris na der aulden gewoenten geven sal seven gulden current. Ende want de rethorisins van den Wijngaertzranck noch aen onkosten die sij op Sacramentzdach gedaen hebben sesthien gulden current te cort sijn ende noch drie grote spelen gespoelt hebben, ellick speel te vier gulden current, dat der paymeester 't selve vander stadt wegen betalen sal'.
Gemeentearchief Maastricht, Archief van de Indivieze Raad inv. nr. 58, Raadsverdragen 1560-1565, 357v:
[12 september 1565]
'Op goensdach den 12en dach septembris a° 1565 wart verdragen in den gemeynen raedt ende gepasseert ende gheconfirmeert alsullicke ordonancie ende tafele van den rethorykers als sij versocht hebben tot onderhaldinge van honder broderschappen gheconfirmeert te werden met allen haren clausulen, punten ende boeten daer in begrepen'.
literatuur:
Van Elslander 1945 (a); Van Elslander 1968.
Eversen 1871; Notermans 1958; Notermans 1961 (a); Van Rensch 1990, 79-80.
naar bibliografie