Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1
Afbeelding van Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.77 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

(1946)–Johan Brouwer–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 93]
[p. 93]

Zeventiende les
De hoofdtelwoorden

De hoofdtelwoorden (los numerales cardinales) luiden in het Spaans als volgt:

uno (un), una een
dos twee
tres drie
cuatro vier
cinco vijf
seis zes
siete zeven
ocho acht
nueve negen
diez tien
once elf
doce twaalf
trece dertien
catorce veertien
quince vijftien
diez y seis } zestien
dieciséis } zestien
diez y siete } zeventien
diecisiete } zeventien
diez y ocho } achttien
dieciocho } achttien
diez y nueve } negentien
diecinueve } negentien
veinte twintig
veintiuno } een en twintig
veinte y uno } een en twintig
veintidós } twee en twintig
veinte y dos } twee en twintig
veintitrés } drie en twintig
veinte y tres } drie en twintig
treinta dertig
treinta y uno een en dertig
cuarenta veertig
cincuenta vijftig
sesenta zestig
setenta zeventig
ochenta tachtig
noventa negentig
cien(to) honderd
ciento uno, una honderd een
ciento quince honderd vijftien
ciento diez y nueve } honderd negentien
       diecinueve } honderd negentien
doscientos tweehonderd
trescientos driehonderd
cuatrocientos vierhonderd
quinientos vijfhonderd
seiscientos zeshonderd
setecientos } zevenhonderd
sietecientos } zevenhonderd
ochocientos achthonderd
novecientos } negenhonderd
nuevecientos } negenhonderd
mil duizend
mil uno, una duizend een
mil doce duizend twaalf
mil veinte y cinco duizend vijf
(veinticinco) en twintig
mil ciento elfhonderd
quince vijftien
dos mil tweeduizend
dos mil cuatrocientos  
cincuenta y siete 2457
diez mil tienduizend

[pagina 94]
[p. 94]

cien mil honderdduizend
ciento trece mil honderd dertien duizend
quinientos un mil 501000
un millón } een millioen
un cuento } een millioen
cien millones honderd millioen
mil millones een milliard
un billón een billioen
(un cuento de cuentos)  
cero nul

Het voegwoord y wordt vaak niet gebruikt tussen honderdtallen en eenheden. Bij telwoorden welke uit honderdtallen, tientallen en eenheden bestaan wordt het slechts eenmaal gebruikt.

De Spaanse hoofdtelwoorden zijn onveranderlijk, behalve un(o), vr. una en doscientos enz. als bijv. nmwr. vr. - as. Het meerv. unos, unas betekent enige, verscheidene. Ciento wordt in bijvoeglijk gebruik afgekort voor een zelfst. nmwr.: cien hombres, vr. cien mujeres, cien mil honderd duizend, ook in de uitdrukking cien por cien honderd procent. Zelfstandig gebruikt, in verbinding met een ander telwoord, blijft het ciento, bijv. ciento y nueve aviones honderd negen vliegtuigen.

De getallen van zestien tot negen en twintig worden gewoonlijk in de verkorte vorm gebruikt dieciséis, veintiocho, boven de dertig gewoonlijk de samengestelde vormen treinta y cinco. Men merke op dat men in het Spaans zegt cuarenta y un coches, cincuenta y una semanas, las mil y una noches.

Los, las dos betekent ook samenGa naar voetnoot1), bijv.:

Comimos los dos en un café wij aten samen in een café
Llamó a las dos hij riep haar alle twee

Dos, resp. cuatro betekenen ook vaak een stuk of wat, enige.

De telwoorden ciento en mil kunnen ook als zelfst. nmwr. worden gebruikt, met de betekenis van honderdtal, duizendtal. Zij worden met het betrokken zelfst. nmwr. verbonden met het voorzetsel de, de gewone verbinding van twee zelfst. nmwr. in een genitiefverhouding, vergelijk un trozo de pan een stuk brood(s), un vaso de agua een glas water(s). Bijvoorbeeld:

Algunos cientos, miles de libros enige honderdtallen, duizendtallen boeken

Men lette op het verschil tussen:

Unos cien aviones een honderd vliegtuigen ongeveer
Unas mil mujeres een duizend vrouwen ongeveer
Unos cientos de aviones enige honderden vliegtuigen
Unos miles de mujeres enige duizenden vrouwen

[pagina 95]
[p. 95]

Gebruik van het telwoord bij datum, tijd en leeftijd

In het Spaans wordt bij de opgave van de datum het hoofdtelwoord gebruikt, behalve bij de eerste, el primero, van de maand. Op de volgende manier wordt de datum gevraagd en aangegeven:

¿Qué día (del mes) tenemos? lett.: welke dag van de maand hebben wij?
¿A cuántos (del mes) estamos? lett.: op de hoeveelste van de maand zijn we?
Tenemos el (día) seis, el veintitrés het is de zesde, de drieëntwintigste
Estamos a primero, a veintidós het is de eerste, de tweeëntwintigste
Salió el tres de enero y volvió el diecisiete de junio hij vertrok (op) de derde Januari en hij kwam de zeventiende Juni terug
En (el año de) 1946 in (het jaar) 1946

De tijd - uur en minuten - geeft men in het Spaans als volgt aan:

¿Qué hora es? hoe laat is het?
Es la una, son las cinco het is één uur, vijf uur
Son las tres y cinco (minutos) het is vijf over drie
Son las cuatro y media het is half vijf
Son las nueve y veinticinco het is vijf minuten voor half tien
Son las once menos veinticinco het is vijf minuten over half elf
Son las siete y (un) cuarto het is kwart over zeven
Son las dos menos un cuarto het is kwart voor twee
Las cinco están para darGa naar voetnoot1) } het is op slag van vijven
Pronto darán las cinco } het is op slag van vijven
Van a dar las cinco } het is op slag van vijven
Dan (están dando) las once het slaat elf
Acaban de dar las dos het heeft juist twee uur geslagen
Acaba de dar la una het heeft juist één geslagen
A las cuatro de la tarde en punto precies om vier uur 's middags
Hacia (a eso de, of sobre) las diez tegen tienen, omstreeks tien uur
De ocho a diez de la noche van acht tot tien 's avonds
Antes, después de las nueve voor, na negenen
A las dos y pico iets over tweeën
Ya son más de las tres het is al over drieën

[pagina 96]
[p. 96]

Son las tres dadas het heeft drie uur geslagen
Faltan cinco minutos para la media hora het is vijf minuten voor half

De leeftijd wordt op de volgende wijze gevraagd en aangegeven:

¿Cuántos años tiene usted? lett.: hoeveel jaren heeft u? Hoe oud is u?
¿Qué edad tiene usted? lett.: welke leeftijd heeft u?
Tengo treinta años ik ben dertig
Voy para los treinta } ik loop tegen de dertig
Voy para treinta años } ik loop tegen de dertig
Frisa (raya) en los cincuenta hij loopt tegen de vijftig
A la edad de siete años y tres meses op de leeftijd van zeven jaar en drie maanden; toen hij (zij).... oud was

Verzamelgetallen (los numeros colectivos)

un par een paar
un terno een drietal
una decena tien stuks
una docena een dozijn
una quincena veertien dagen
una veintena een twintigtal
una centena } een honderdtal
un ciento } een honderdtal
un centenar } een honderdtal
un millar een duizendtal
una gruesa een gros

Maten (las medidas)

el metro de meter
el centímetro de centimeter
el decímetro de decimeter
el milímetro de millimeter
la legua de mijlGa naar voetnoot1)
la vara de el
el pie de voet
la pulgada de duim

Vlaktematen (las medidas de superficie)

el metro cuadrado de vierkante meter
el área de are
la hectárea de hectare

Inhoudsmaten (las medidas de capacidad)

el metro cúbico de kubieke meter
el litro de liter
el decilitro de deciliter
el hectolitro de hectoliter

[pagina 97]
[p. 97]

Gewichten (los pesos)

el kilo(gramo) het kilogram
el gramo het gram
la libra het pond
la media libraGa naar voetnoot1) het halve pond
la arroba vijf en twintig pond
el quintal honderd pond
la onza het ons

Woordenlijst

a principios, in het begin van
a primeros de julio Juli
a mediados de agosto in het midden van Augustus
a últimos } del aan het einde van de maand
a fines } mes aan het einde van de maand
de mañana en quince días morgen over veertien dagen
de hoy en ocho días vandaag over acht dagen
hoy haceGa naar voetnoot2) un mes vandaag een maand geleden
un día sí y otro no om de andere dag
de un año a esta parte sedert een jaar
cada tres semanas om de drie weken
diariamente (bijw.) dagelijks
semanalmente (bijw.) wekelijks
mensualmente (bijw.) maandelijks
anualmente (bijw.) jaarlijks
a los pocos días enkele dagen daarna
momentos después kort daarop
media noche middernacht
mediodía twaalf uur 's middags
la madrugada de tijd van middernacht tot zonsopgang
el alba de dageraad
la mañana de morgen
la tarde de middag
la noche de avond, de nacht
anoche gisterenavond
ayer (por la) gisterenmorgen
mañana  
ayer (por la) tarde gisterenmiddag
mañana por la mañana morgenochtend
pasado (mañana) overmorgen
anteayer eergisteren
la semana pasada verleden week
calcular berekenen, becijferen
el florin de gulden
tardará en volver het zal lang duren eer hij terug komt
lo menos op zijn minst
allí daarginds
un sinnúmero de heel veel
cuatro a cuatro vier bij vier, in groepjes van vier
adelantar voorgaan
atrasar achterlopen
luego vervolgens
el (mes) corriente de lopende maand
el folleto de brochure
hacia naar, in de richtting van
fanega inhoudsmaat, ongeveer een half mud
el trigo de tarwe
casi bijna
cada tres días eens in de drie dagen
el camarero de kellner
uno y otro alle twee
ni uno ni otro geen van beide
el grabado de gravure
uno por uno eenmaal een
sumar optellen
restar aftrekken
dividir delen
multiplicar vermenigvuldigen
la sustracción het aftrekken

[pagina 98]
[p. 98]

de memoria uit het hoofd
la fractión de breuk
con... y todo met..... en al
por favor alstublieft
la moneda het geldstuk
la plata het zilver
el cobre het koper
el níquel het nikkel
el billete de banco het bankbiljet
arriba omhoog
la tarea de taak
aburrido vervelend
el minuto de minuut
el segundo de seconde
el período de periode
el año común het gewone jaar
el año bisiesto het schrikkeljaar
constar de bestaan uit
embarcarse inschepen
curioso merkwaardig
el álbum het album
la firma de handtekening
estar de vuelta terug zijn
la vista de prentbriefkaart
la expresión } de uitdrukking
la locución } de uitdrukking
es la hora het is tijd
son las cinco y pico het is goed vijf uur
por la tarde in de namiddag
de día overdag
de noche des avonds
a una distancia de op een afstand van
la cifra } het cijfer, het getal
el guarismo } het cijfer, het getal
más o menos ongeveer
la playa het strand
el pájaro de vogel
la prima de nicht
el huésped de waard
enumerar noemen

Men merke op dat in het Spaans voor de namen van de dagen, behalve na het voorzetsel en, het lidwoord staat. Bijvoorbeeld:

No se admiten visitas los lunes y los jueves op Maandag(en) en Donderdag(en) wordt geen bezoek toegelaten
Se marchó el martes hij is Dinsdag vetrokken

Oefening 17 A

En la universidad de S. hubo (= waren er), el año pasado, quinientos estudiantes, más o menos. Los dos amigos decidieron salir a principios del mes. Calcularon que el viaje les costaría unos mil florines. Tardarían en volver lo menos tres semanas, tenían el propósito de pasar quince días en Extremadura porque allí hay un sinnúmero de cosas cunosas. A eso de las once de la mañana pasaron los estudiantes cuatro a cuatro. Este reloj no me gusta, no da (= slaat) más que las horas, ahora está adelantado y luego atrasa mucho. Hace cuatro años lo compré en Zaragoza, me costó unas cien pesetas. Tengo dos relojes, uno de oro, otro de plata. El día cuatro del corriente recibiremos otro (= nog een) paquete de libros y folletos; los libros cuestan doscientas cincuenta pesetas y los folietos treinta y pico. Eran ya más de las dos de la madrugada cuando volvió a casa. Sus padres se casaron hacia mil ochocientos noventa y tantos. Serían las cuatro de la tarde cuando me llamó por teléfono. El Cid murió (= stierf) en el año mil noventa y nueve, y el rey Alfonso, que valía (= waard was) mucho más que su vasallo, murío algunos años después, en mil ciento nueve. En esta ciudad habrá unos cien mil habitantes. La casa de mi amigo

[pagina 99]
[p. 99]

en Aranjuez le cuesta trescientas mil pesetas. ¡Hombrel es mucho, sufrirás un error. Verdad es, cuesta treinta mil pesetas. Millares de (= duizenden) pájaros volaban hacia el Sur. Elcomerciante compró varios cientos de fanegas de trigo. Durante la última guerra civil entraron muchos miles de negros y moros en España. Holanda tiene casi nueve millones de habitantes. Entrégueme las fotos para que las examine una por una. Escríbales de mi parte que me visiten cada tres semanas. Camarero, papel y tinta. Están en el escritorio, señor, aquí tiene usted uno y otra. He comprado dos libros con grabados, doscientos setenta y cinco grabados, no es poco. Hemos hablado con los dos amigos de Pedro; no nos gusta ni uno ni otro. ¿A cuántos del mes estamos? Estamos hoy a veintidós de octubre. El cinco de septiembre es un domingo. El niño está aprendiendo las cuatro reglas fundamentales de la aritmética y murmura: ‘uno por uno es uno, dos por dos son cuatro’, o ‘súmese dos con ocho’, o ‘réstese cinco de nueve’, o ‘divídase diez por dos’. Su hermano mayor calcula muy bien y sabe (= weet, kent) de memoria las operaciones simples de la multiplicación, la sustracción, la división o partición y la adición. Nos participaron la suma total, con fracciones y todo. Cuénteme usted algo de la moneda española, por favor. Hay monedas de oro, de cien pesetas, de cincuenta y de veinticinco, pero son muy raras como en todas partes; las monedas de plata son las (vert.: die) de media peseta, peseta, dos pesetas y cinco pesetas. La moneda de cinco pesetas se llama duro. Hay también monedas de níquel, los reales, que valen (= waard zijn) veinticinco céntimos. Hay dos monedas de cobre, una de cinco céntimos, que se llama vulgarmente perra chica, y otra de diez céntimos que se llama perra gorda. Claro está que hay también billetes de banco, de veinticinco pesetas arriba. En año se divide en cuatro estaciones que se llaman, primavera, verano, otoño e invierno. Los meses se llaman enero, febrero, marzo, abril, mayo, junio, julio, agosto, septiembre, octubre, noviembre, diciembre. Su casa está a dos pasos de aquí. El año pasado estuvo a dos pasos de la muerte. Le diré cuatro palabras (= ik zal hem zeggen waar het op staat). Mi prima va (= gaat) a París para comprar cuatro trapos (= om wat kleren te kopen).

Oefening 17 B

Het is een vervelende taak de telwoorden te moeten leren in een vreemde taal, maar het is nodig. Laten wij dus een paar zinnen zoeken met getallen, bijvoorbeeld: een uur heeft zestig minuten, een dag heeft vierentwintig uur, een week heeft zeven dagen. Een dag heeft dus veertien honderd veertig minuten en zes en tachtig duizend vierhonderd seconden. Een eeuw is een periode van honderd jaar, een jaar bestaat uit twaalf maanden. Een gewoon jaar bestaat uit driehonderd vijf en zestig

[pagina 100]
[p. 100]

dagen of twee en vijftig weken en een dag, een schrikkeljaar bestaat uit driehonderd zes en zestig dagen. Noem de namen van de maanden en het aantal van de dagen dat (= que) zij hebben. Hoe (= Cómo) heten de jaargetijden? De hoeveelste hebben wij vandaag? Vandaag is het de zeventiende Mei. Hoe laat is het? Het heeft juist vijf uur geslagen. Ik dacht (= creí) dat het tegen half zes was. Hoe laat ben je gisterenavond thuis gekomen? Ik ben middernacht thuisgekomen, eergisterenavond kwam ik op slag van elven thuis. Het is goed acht uur. Jan, het is tijd, sta op, het zal dadelijk half acht slaan. Morgen vroeg, om half vijf, vertrek ik. Overmorgen kom ik terug met de trein die vier drie en twintig aankomt. Morgen over veertien dagen schepen wij ons in naar Cádiz. U moet vijfhonderd gulden wisselen in Spaans geld. Heeft U Spaans geld? Een en vijftig pesetas. Laten wij in Madrid samen in de Fonda del Segoviano gaan eten, dat (onvert. laten) is een merkwaardig restaurant. In een album heeft de waard een paar honderd handtekeningen van politici, letterkundigen, kunstenaars en buitenlanders. Hoe laat eet men in Spanje? Des middags van twee tot vier ongeveer, des avonds na negen uur. In het begin van October zullen wij terug zijn, wij vertrekken vandaag over acht dagen, aan het einde van de maand. Wij zullen om de andere dag een prentbriefkaart zenden. Hoe oud zou zij zijn? Ik denk (= creo) dat zij negentien is. Wel neen! (= que no) zij loopt tegen de dertig. Je vergist je, haar (= su) zuster is acht en twintig. Zij is getrouwd op zesentwintigjarige leeftijd en heeft een kind van twee maanden. De uitdrukking ‘honderd procent’ vind ik heel lelijk. Des nachts (hier: durante la noche) vlogen een paar honderd meeuwen rondom mijn huis, ik woon dicht bij de zee, op een paar honderd passen afstand van het strand. De namen van de cijfers zijn in het Spaans manlijk. Een vijf, een negen, een drie. Zij hebben honderd mooie gravures gekocht. Hoeveel kost dat (= ese) schilderij? Ongeveer duizend pesetas. Ik dacht enige duizenden pesetas. Enige getallen: tweeduizend vijfhonderd. Zeventienhonderd twee en dertig. Dertienhonderd vier. Negentienhonderd een. Elfhonderd vijftien. Negenduizend zeshonderd achttien. Zestigduizend zevenhonderd negen en veertig. Vierhonderd een duizend. Vierhonderd duizend.

voetnoot1)
Ambos, zelfst. en bijv., beide, als object ook ambos a dos is verouderd en rhetorisch.
voetnoot1)
Voor de vervoeging van het ww. dar zie les XXV, voor ir (waartoe van behoort) zie les XXVI.

voetnoot1)
Het woordenboek van de Academie zegt: medida itineraria equivalente a 5.572 métros y 7 decímetres: legua de posta la de 4 kilómetros.

voetnoot1)
Medio half, heeft als bijv. nmwr. hoogst zelden het onbep. lidw. Bijv. media botella een halve fles.

voetnoot2)
Voor het ww. hacer zie les XXVI.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken