Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1
(1946)–Johan Brouwer– Auteursrecht onbekend
[pagina IV]
| |
De uitspraakAls grondslag van de uitspraakregels van het Spaans nemen wij de zeer verzorgde uitspraak, de litterair gekuiste taal dus. Het is voor den vreemdeling het best zich daaraan te houden. Een veelvuldig verkeer met Spanjaarden kan het oor openen voor de vele varianten van de werkelijk levende taal, waarvan de uitspraak niet of nauwelijks door het schriftbeeld wordt bepaald. Wij raden den beginneling aan enige gramophoonplaten met declamaties herhaaldelijk af te draaien om de klankbeelden in zich op te nemen. Het meest gezaghebbende boek over de uitspraak van het Spaans is de Manual de pronunciación española van T. Navarro TomásGa naar voetnoot1) hetwelk wij in dit beknopte overzicht hoofdzakelijk volgen. Het Spaanse alfabet bestaat uit dertig letters als men de k en w, gebruikelijk slechts in enige vreemde woorden en namen, mederekent, n.l. a, b, c, ch, d, e, f, g, h, i, j, (k), l, ll, m, n, ñ, o, p, q, r, rr, s, t, u, v, (w), x, y, z. | |
KlinkersDe a klinkt als de a van het Fr. part, of het D. was in betoonde lettergrepen, bijv. caro duur, el gasto de uitgave. Een weinig meer palataal, als in het Fr. patte, Eng. ask, klinkt de a in betoonde lettergrepen voor ch, ll, ñ en y, en de tweeklank ai, bijv, el muchacho de jongen, la calle de straat, el año het jaar, el rayo de straal. Meer naar achter in de mond, tegen het zachte gehemelte aan, wordt de a uitgesproken voor j (= Ned. ch), g, l + medeklinker, voor u en o, bijv. bajo laag, el lago het meer, alto hoog, la causa de oorzaak, aún nog, el caos de chaos. Deze klank heeft de a ook als het woord grote nadruk krijgt, bij declamatie en dergelijke. De niet betoonde a wordt in een gebonden woordgroep verzwakt uitgesproken, bijna als onze stomme e.
De betoonde e wordt iets opener uitgesproken dan de e van het Fr. parler, dus tussen ons ven en veen in, bijv. el peso het gewicht, el pecho de borst, el sello het zegel. In gesloten lettergrepen, voor c, l, p, r, rr, t, mp, nt, en in de tweeklank ei en ey klinkt de e | |
[pagina V]
| |
als in ons woord rest, bijv. recto recht, el papel het papier, el concepto het begrip, el templo de tempel, la ley de wet. De onbetoonde e wordt in een gebonden woordgroep zwak uitgesproken.
De betoonde i klinkt in een open lettergreep iets minder gesloten dan onze ie van niet (in: niet groot) bijv. el vino de wijn. In gesloten lettergreep klinkt de i meer als de ie tussen vriend en vrind, bijv. el edicto het edict. Als de i van ons mooi, nooit klinkt de i in de tweeklanken ai, ei, oi bijv. el baile de dans, el aceite de olie, estoico Stoicijns. Als de Fr. i van bien klinkt de i als zij de eerste klank van een tweeklank of drieklank is, bijv. tierno teder, variáis jullie wijzigt.
De betoonde o klinkt ongeveer als de o van ons grove, iets minder gesloten dan het Fr. chose, bijv. la cosa de zaak. Voor een r, rr, j en in gesloten lettergrepen wordt de o als onze o tussen vort en voort uitgesproken. Evenzo in de tweeklank oi (oy) bijv. la torre de toren, la troj de graanzolder, el golpe de slag, soy ik ben. De onbetoonde o wordt in een verbonden woordgroep zwak uitgesproken.
De u klinkt als onze oe, bijv. puro zuiver, la junta de vergadering, de raad. Als onze w in de tweeklanken ua, ue, ui, uo bijv. la puerta de deur. Als onze kort uitgesproken oe in de tweeklank au, eu bijv. la pausa de pauze. | |
MedeklinkersDe b (= la be) en v (ve) klinken gelijk. Men noemt de b dan ook wel b alta, zoals wij spreken van ‘lange ij’. De b en v klinken als onze zachte b aan het begin van een woord, vooraan de zin of na een pauze, bijv. buenas noches goeden avond, vamos laten wij gaan, kom aan. Verder na n of m, bijv. invitar uitnodigen, ambos beiden. Tussen twee klinkers worden de b en v met niet geheel gesloten lippen uitgesproken. De klank ligt tussen onze v en w in, bijv. el lobo de wolf, la velada de feestelijke avond. Deze zelfde klank hebben de b en v in alle overige gevallen, behalve de gevallen van assimilatie voor m en s + een of meer medeklinkers, bijv. el su(b)marino de onderzeeër, o(b)scuro donker, su(b)scribir intekenen. De c (= la ce) wordt voor e en i uitgesproken als een scherpe Engelse the, nog meer tussen de tanden echter, bijv., el placer het genoegen, ciego blind. Voor a, o, u, een medeklinker en aan het einde | |
[pagina VI]
| |
van een gesloten lettergreep klinkt de c als onze k, bijv. cantar zingen, la colcha de sprei, el actor de toneelspeler. Als slotmedeklinker van een woord komt de c slechts voor in uit andere talen overgenomen woorden, en klinkt dan heel zacht als k of wordt niet uitgesproken, bijv. el frac de rok. In verbinding cc en cn klinkt de (eerste) c als de k van ons woord boekband, bijv. faccioso oproerig, la técnica de techniek.
De ch (= la che) klinkt iets scherper en korter dan de Eng. ch van church, bijv. el muchacho de jongen, charlar praten, babbelen.
De d (= la de) wordt uitgesproken met de punt van de tong tegen de binnenkant van de bovensnijtanden aan het begin van een woord (na een pauze of aan het begin van een zin), en na l en n, bijv. dentro binnen, el caldo de bouillon, el mundo de wereld. Tussen a - o wordt de d nauwelijks meer uitgesproken, de vreemdeling doet echter beter een meer letterlijke uitspraak te volgen, dit past beter bij zijn over het geheel ‘geconstrueerde’ taal, bijv. el lado de kant (van iets), met zachte d. In alle andere gevallen wordt de d als een zeer zachte tussentandletter uitgesproken, zachter dan de zachte Eng. th, bijv. la orden del día de dagorder, el bandido de bandiet, Madrid.
De f (= la efe) klinkt als in het Nederlands.
De g (la ge) klinkt voor a, o, u aan het begin van een woord, na een pauze, als de g van het Fr. gant, bijv. ganar verdienen, gobernar regeren, evenzo na n, bijv. el rango de rang. Deze klank wordt voor e en i voorgesteld door gu, bijv. guerra oorlog, guinda (zwarte) kers, kriek. Midden in een woord of woordgroep wordt de g voor a, o, u, of medeklinker uitgesproken met een licht schuringsgeluid bijv. el higo de vijg, cargar belasten, seguir volgen. De g voor e en i klinkt als onze ch, bijv. el general de generaal.
De h (= la hache) wordt niet uitgesproken.
De j (= la jota) klinkt als de ch van het Ned. kachel, bijv. la jarra de kruik, la reja het traliewerk. Aan het eind van een woord wordt hij niet of nauwelijks uitgesproken, bijv. el reloj (spreek uit relò) het horloge, la troj de graanzolder.
De k (= la ka) komt alleen in ontleende woorden voor en wordt uitgesproken als de Ned. k, bijv. kilo(gramo). | |
[pagina VII]
| |
De l (= la ele) klinkt als onze dikke l aan het begin of het einde van een woord of tussen twee klinkers, bijv. la leche de melk, el portal het portaal, los portales de portalen. De l wordt voor de tussentandse sisklank ook tussen de tanden uitgesproken, bijv. el cielo de hemel, alzar (zie z) verheffen. Voor de t en d wordt de l tegen de boventanden uitgesproken, alto hoog, el molde de (giet)vorm.
De ll (= la elle) klinkt als een dikke l + j, bijv. llamar roepen, noemen, el pollo het kuiken.
De m (= la eme) klinkt als in het Nederlands. De m aan het eind van een woord wordt gewoonlijk als n uitgesproken, en als gevolg daarvan worden vreemde woorden of plaatsnamen die oorspronkelijk op een m eindigden met een n geschreven, bijv. el harén de harem, Jerusalén.
De n (= la ene) klinkt als in het Ned. Wordt de n met een b (v) of p verbonden, dan klinkt hij als een m, bijv. un buen chico, een beste jongen, el invierno de winter, un portero een portier. De plaats van articulatie van de n schuift op naar die van de letter waarmede hij wordt verbonden, dus tegen de tanden voor een d of t, bijv. la tinta de inkt; tussen de tanden voor c (-e, i) en z, bijv. incidente; tegen de huig in el banco (bangko) de bank, el rango de rang; tegen het gehemelte met een j bijklank voor ch, y, ll en ñ, bijv. un chico een jongen, la cónyuge de echtgenote.
De ñ (= la eñe) klinkt als de gn van het Fr. ligne, vigne, montagne, bijv. la viña de wijngaard, el puño de vuist.
De p (= la pe) klinkt vrijwel als onze p, volstrekt zonder aspiratie echter. Voor een t wordt de p nauwelijks meer gehoord, in de verzorgde, naar het schriftbeeld gerichte uitspraak wordt hij zwak, zonder uitstoting van lucht uitgesproken, bijv. el rapto de schaking, de geestverrukking, el concepto het begrip, se(p)tiembre September, sé(p)timo zevende. (De beide laatste woorden worden ook wel zonder p geschreven.) Voor c (- e, - i) en s wordt de p stemhoudend als de betrokken lettergreep niet betoond is, bijv. la suscripción de ondertekening, het abonnement, eclipsar eclipseren. De p voor de s aan het begin vań een woord wordt niet uitgesproken, bijv. la psicología de zielkunde. De p is in de spelling uitgevallen in de samenstelling met (p)seudo, bijv. el seudónimo het pseudoniem.
De q (= la cu) komt slechts voor in de verbinding qu voor e en | |
[pagina VIII]
| |
i om de k klank aan te geven, bijv. Carlos Quinto Karel de Vijfde, querer willen, liefhebben.
De r (= la ere) klinkt aan het begin van een woord, na een pauze of begin van een zin, en na l, n, s als een flinke, rollende r, bijv. rastra schoffel, alrededor, rondom, la honra de eer. In de andere gevallen wordt de r als onze r uitgesproken, behalve tussen twee klinkers en aan het slot van een woord, waar hij zeer slap, of als een zeer zachte sisklank, of in het geheel niet wordt uitgesproken.
De rr (= la erre) is een flinke, rollende r, bijv. el carro de wagen, la torre de toren.
De s (= la ese) wordt in het Spaans met de punt van de tong tegen het boventandvlees uitgesproken, heel scherp met het bijgeluid van een j, (dus enigszins overeenkomstig aan de Fr. ch), bijv. el sello het zegel, la esfera de sfeer, la casa het huis. Aan het eind van een lettergreep, voor stemhoudende medeklinkers, wordt de s licht stemhoudend, bijv. los dedos de vingers, mismo zelf. Voor de r wordt de s geassimileerd, bijv. lo(s) romanos de Romeinen.
De t (= la te) klinkt als onze t, maar volstrekt zonder aspiratie, bijv. el toro de stier, la tinta de inkt. Aan het eind van een lettergreep wordt de t licht stemhoudend, bijv. el ritmo de klankmaat.
De w (= la v doble) komt slechts in enkele ontleende woorden voor, bijv. wat, whiski. In andere ontleende woorden wordt de w vervangen door v, bijv. el vals de wals.
De x (= la equis) klinkt als onze s voor een medeklinker, bijv. extenso uitvoerig. Tussen klinkers en voor h klinkt hij als een zachte k + s, bijv. el éxito het succes, el examen het onderzoek, het examen, exhalar uitademen. De k klank verdwijnt in de gewone spreektaal steeds meer en wordt bijv. in el auxilio de hulp, exacto juist, niet of vrijwel niet gehoord.
De y (= la ye, of i griega) klinkt aan het begin van een woord, na een pauze, aan het begin van een zin en tussen twee klinkers als onze j, bijv. ya reeds, ayer gisteren. Na n en el komt er een lichte, stemhoudende sisklank bij (bijna als in het Eng. agility), bijv. el yunque het aanbeeld, el cónyuge de echtgenoot. Het voegwoord y en, klinkt als i tussen medeklinkers en als onze j tussen klinkers. | |
[pagina IX]
| |
De z (= la zeda, of zeta) klinkt geheel als de c voor e en i, en geeft deze tussentandse sisklank weer voor a, o, u en medeklinkers, bijv. la zorra de vos, la raza het ras. Aan het eind van een woord of lettergreep gevolgd door een stemhebbende medeklinker wordt de z stemhoudend, bijv. la paz del corazón de vrede des harten, juzgar oordelen. De z komt ook voor e en i voor in enkele ontleende woorden, bijv. zinc (ook cinc), zigzag, zenit (ook cenit). | |
TweeklankenDe Spaanse tweeklanken worden verdeeld in zgn. stijgende tweeklanken, ia, ie, io, iu, ua, ue, ui, uo, waarin het eerste element een halfklinker is, resp. j en w, bijv. aciago rampzalig, viejo oud, sabio wijs, ciudad stad, cuadro schilderij, fuerza kracht, vacuo leeg, cuidar zorgen, en in dalende tweeklanken, ai (ay), au, ei (ey), eu, oi (oy), ou, waarin het tweede element een halfklinker, resp. j en w is, bijv. baile dans, hay er zijn, causa oorzaak, ley wet, feudal feodaal, hoy heden, bou het vissen met een zegen (net). Men merke dus op dat eo, ea, oe, ao, oa twee lettergrepen vormen. | |
DrieklankenDrieklanken zijn iai, iei, uai, uei, waarbij het accent op de a of e valt, bijv. buey (spreek uit bwei) os. | |
KlemtoonDe klemtoon wordt in het Spaans niet door een accentteken aangegeven, ten eerste, als hij valt op de voorlaatste lettergreep van woorden die op een klinker of n of s eindigen, bijv. cara gezicht, largo lang, joven jong, martesGa naar voetnoot1) Dinsdag, ten tweede als hij valt op de laatste lettergreep van woorden die op een medeklinker eindigen (behalve n en s) bijv. papel papier, tenedor vork, bondad goedheid. In alle andere gevallen wordt het accenttekenGa naar voetnoot2) aangegeven, bijv. burgués burgerlijk, Martín pidió un terrón de azúcar, Martin vroeg een klontje suiker. Wordt in het meervoud een lettergreep toegevoegd dan houdt men zich aan deze regels, bijv. terrón, mrv. terrones; joven, mrv. jóvenes; casa, mrv. casas; fusil (geweer), mrv. fusiles; cónsul, mrv. cónsules. | |
[pagina X]
| |
Het werkwoord behoudt zijn klemtoonteken ook als het door aanhechting van een voornaamw. niet meer nodig is, bijv. mandé ik zond, mandélo ik zond het. Is echter een accentteken nodig bij toevoeging van voornaamwoorden dan plaatst men het, bijv. explicando, uitleggende, explicándolo, het uitleggende. Eenlettergrepige woorden krijgen een accentteken ter onderscheiding van gelijkluidige, bijv. mas maar, más meer; se zich, sé ik weet.
Men gewenne zich er aan de woorden duidelijk uit te spreken, en de klemtoon krachtig aan te geven. Men spreke alle letters goed uit, tot men de vaardigheid heeft gebonden woordgroepen te maken. Hiervoor is veel Spaans horen noodzakelijk. Verder verwijs ik naar Navarro Tomás. | |
Leestekens en afkorting.Behalve het accentteken heeft het Spaans nog de tilde, het teken van de ñ, en de crema (of trema of diéresis) boven de u in lettergrepen als güe, güi, ter aanduiding dat de u hier uitgesproken moet worden. De afkorting geschiedt naar lettergrepen, men bedenke daarbij dat rr en ll niet gescheiden mogen worden, dus pe-rro hond, rodi-lla knie. Voorvoegsels worden als een lettergreep beschouwd, bijv. deflación, in-flación. Volgt er een s + medeklinker op het voorvoegsel, dan wordt de s bij het voorvoegsel getrokken, sus-cripción, cons-tante. De namen der leestekens zijn: , la coma,; el punto y coma,: dos puntos, . punto final, ... puntos suspensivos, ¿? la interrogación het vraagteken, dat ook vòòr de vraag staat, en wel op zijn kop, ¡! la admiración het uitroepteken, insgelijks dubbel, () of [ ] paréntesis, het eerste curvo het tweede rectangular, - la raya, × el asterisco, ‘’las comillas, [of { el corchete of la llave, -el guión het verbindingsteken. |
|