Voorbericht.
Op verzoek van de Uitgevers W.J. Thieme en Cie heb ik deze Spaanse spraakkunst gemaakt, welke bestemd is voor allen die het hedendaagse, beschaafde Spaans (Castiliaans) willen leren. Hiertoe heb ik uit de beste schrijvers van deze tijd een groot aantal zinnen bij elkaar gezocht, en deze heb ik als uitgangspunt van de grammaticale en syntactische opmerkingen genomen. Alle voorbeelden en alle zinnen uit de Spaanse oefeningen zijn dus aan goede, hedendaagse schrijvers ontleend, en zij zijn slechts opgenomen als het daarin vervatte taalverschijnsel als levend en algemeen kan beschouwd worden. Voorzover ik weet is dit het eerste Spaanse leerboek dat dit beginsel als uitgangspunt heeft.
Als aanvulling van deze spraakkunst zal een Spaans leesboek verschijnen, dat van hetzelfde beginsel uitgaat en uit een keur van stukken uit goede, moderne werken bestaat.
Voor uitvoeriger consultatie-werken, bijvoorbeeld voor de lectuur van schrijvers uit de Gouden Eeuw, verwijs ik naar de spraakkunst van de Spaanse Academie, en de werken van Bello-Cuervo, Baist, Hansen, Wiggers e.a. Zij die Spaans leren met de bedoeling dit te gaan onderwijzen mogen niet verzuimen o.a. de spraakkunst van Montoliu, Gramática Castellana, 3 grados, Barcelona; Lenz, La oración y sus partes, Madrid; Lerch, Spanische Sprache und Wesensart, in ‘Spanienkunde’ Frankfort a. M., en het voortreffelijke werk van Krüger, Einführung in das Neuspanische, Berlijn, te raadplegen. Ik zou hen ook willen opmerkzaam maken op het boekje van F.M. Torner, La enseñanza del idioma, Madrid.
Ik betuig hierbij mijn dank aan Dr. G.J. Geers, met wien ik allerlei moeilijke vraagpunten uit de Spaanse spraakkunst heb besproken, en aan mejuffrouw A.E.C. Beunderman, die de eerste drukproeven heeft gecorrigeerd.
J. BROUWER.
's-Gravenhage, Voorjaar 1937.