Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingen
(1770)–Johan Pieter Broeckhoff– Auteursrechtvrij
[pagina I]
| |
[pagina II]
| |
De Waarheid, die hier op een Koets van Wolken daalt,
En, door een heldren glans, de Poëzy bestraalt,
Poogt door den Spiegel, die de schoonheên en de vlekken
Van 't Lichaam toont, haar d'aart van 't Zinnebeeld te ontdekken.
Van 't Zinnebeeld, waarin de Deugd, in al haar licht,
Een haatlyke Ondeugd, in 't vertreeden van haar pligt,
Als in een' Spiegel, wordt gezien door kundige oogen.
De schoone Poëzy, wier afkomst en vermogen
Verbeeld wordt, door haar Kroon en starreryk Gewaad,
Gelyk haar Zangkunst door de Lier, die by haar staat,
Vat straks de Dichtpen, om, door nutte Kunsstafreelen,
't Opmerkzaam oor en oog te stichten en te strelen;
Daar ze aangespoord wordt door de Zedekunde, een Maagd,
Die, wyl zy in haar hand den toom en 't paslood draagt,
Toont dat ze 't woest gemoed beteugelt door de Reden,
En leert ons 't juiste spoor der waare Deugd betreeden.
De zuivre Godvrugt, op wier hoofd een heilvlam blaakt,
Doet door haar houding zien, hoe zeer haar dit vermaakt,
En wyst ons, door den Hoorn des Overloedt, wat zegen,
Wat vrugt in 't Zededicht voor andren is gelegen:
Terwyl de nyvre Jeugd de Boeken faam vergaart
Van Dichtren, in de Kunst der Beeldenspraak vermaard,
En zespaar Beelden, in het Lysterk opgehangen,
Een deel vertoonen van den inhoud deeser Zangen.
J. P. B. | |
[Folio *1r]
| |
|