Nationale en Afrikaanse gedigte in Kaaps-Hollands. Bundel C(1920)–Melt Brink– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Welkomstgroet. Voor het A.C.V.V. congres, gehouden te Victoria West. op 20 Des. 1910. (Geschreven op verzoek van Mevr. H. Claassens). Weest gegroet, gij edele moeders en vrouwen, Die ons leidt met een zorgende hand, En onze harten, vol hoop en vertrouwen, Doet kloppen, voor een beter land. Onze groet welt op uit harten, die teder, Met dankbaar gevoel, voor u staan, Dus roepen we u toe: zijt welkom hier weder, Uw komst brengt ons zegen steeds aan. Al prijkt ons dorp met geen groenende weiden, Maar 'n dorre Karroo, zonder pracht, Toch kunt g' uw lamm'ren hier even goed leiden, Naar 't oord waar de Herder ons wacht. Het Oosten en Westen moog' prijken met bloemen, Waarvan wij alhier zijn beroofd, Toch kunnen wij ook op iets heerliks hier roemen, Dat 't schoon van de bloemen verdooft. [pagina 83] [p. 83] Onze welkomstgroet klinkt vrolik u tegen, Onze kinderschaar wijdt u dit lied. Wij smeken om zegen op al uwe wegen, Van Hem, die o'er alles gebiedt. Wees welkom dan, edele moeders en vrouwen, Hier op ons dorpje zo klein, Wij zijn zo verblijd u weer te aanschouwen, O, mocht het toch dikwels nog zijn! Vorige Volgende