Nationale en Afrikaanse gedigte in Kaaps-Hollands. Bundel C(1920)–Melt Brink– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Aan mijn vriend J.C.K. (Bij zijn herkiezing als Diaken). Zo zijt gij dan alweer gekozen Om als Diaken te ageer, En als een wacht op Zions-muren Te waken voor de ware leer, En alle zondaars die gaan dwalen Van af die weg weer te bekeer Alsook, om voor de kas te waken En nog veel andre plichten meer. Ik wil mijn hulde u dus brengen, Saam met de wens, dat gij nog lang Uw plichten moogt getrouw vervullen En nooit bevreesd moogt zijn of bang, Om zelfs de boze, trots zijn streken, De vliegen van de neus te vang'; Dat gij steeds naar de preek moogt luistren, Ook hard moogt schreeuwen bij 't gezang, En eenmaal in de dienst zelfs stijgen Tot aan der ouderlingen rang. Vorige Volgende