| |
| |
| |
Biografische Aantekeningen
Admiraal, Aart, 1833-1878. Letterkundige, eerst onderwijzer, later telegrafist. Zijn werk verscheen in tijdschriften, maar ook afzonderlijk. Tijdschriften, waarin hij schreef, zijn o.a. Los en Vast, De Gids, Nederland, De Nederlandsche Spectator. Gebruikte verschillende pseudoniemen: Aramaldi, Paulus, Bato van de Maas, B.v.d.M., Jb. van der Zande, Een oud-ondermeester. Publiceerde in Nederland: 1866, 1871-1876. |
Alberdingk thijm, Catharina Louisa Maria, 1849-1908. Schrijfster, dochter van J.A. Alberdingk Thijm, eerst in een Belgische Congregatie, later gouvernante. Publiceerde veel nogal sensationele geschriften, novellen in tijdschriften. Pseudoniem Jan Steen. Publiceerde in Nederland: 1882-1887. |
Alberdingk thijm, Josephus Albertus, 1820-1889. Letterkundige. Aanvankelijk werkzaam in zaak van verduurzaamde levensmiddelen, daarna directeur van uitgeversfirma Van Langenhuyzen, sinds 1876 hoogleraar in de kunstgeschiedenis en esthetica aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam. Hij publiceerde gedichten en verhalen, beijverde zich sterk voor de emancipatie van de Rooms-Katholieken en was redacteur van 1855-1876 van de Dietsche Warande. Publiceerde in Nederland: 1849, 1851, 1870, 1879. |
Balbian verster, Abraham Henricus de, 1830-1915. Rechter. Schreef novellen in verschillende tijdschriften als Europa, Nederland, Het Leeskabinet. Publiceerde in Nederland: 1869-1872, 1874, 1878-1879, 1885-1888. |
Banck, John Eric, 1833-1902, Letterkundige. Studeerde rechten te Leiden 1851-1856, werd in 1859 eigenaar van Schiermonnikoog. Had een zekere bekendheid als dichter, maar publiceerde ook politieke en historische geschriften. Publiceerde in Nederland: 1876. |
Beer, Taco Hugo de, 1838-1923. Letterkundige. Was lange jaren leraar H.B.S. in Amsterdam; na zijn ontslag in 1902 had hij de leiding van een vertaalbureau. Hij is vooral bekend als oprichter en redacteur van tijdschriften: Noord en Zuid (1877-1907), Taalstudie (1879-1901), De Portefeuille (1879-1894), Onze Volkstaal (1881-1890). Publiceerde in Nederland: 1876, 1877, 1879, 1884, 1888, 1893, 1916, 1920. |
Berckenhoff, Herman Leonard, 1850-1918. Letterkundige, werkzaam als directeur van de Koninklijke Vereeniging Het Nederlandsch Tooneel te Rotterdam. In 1884 redacteur-correspondent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant te Amsterdam. Vertaalde of bewerkte veel toneelstukken onder pseudoniem Leonard. Schreef 14-daags kritisch overzicht over Nederlandse belletrie in Nederlandsche Spectator onder pseudoniem Olim, en opstellen in Nederland en De Gids. Richtte met zijn vriend Jan C. de Vos het 14-daagse tijdschrift De Lantaarn op. Publiceerde in Nederland: 1876, 1877, 1879 en 1886. |
Berg, Norbert Petrus van den, 1831-1917. Financier. Studeerde rechten. Aanvankelijk in handel, later bij Nederlandsche Handelmaatschappij, in 1855 uitgezonden, in 1863 Hoofdagent van Nederlandsch Indische Handelsbank. In 1873 President Javasche Bank, in 1889 gerepatrieerd en Directeur Nederlandsche Bank, van 1891-1912 President Nederlandsche Bank. Auteur van zeer veel geschriften op economisch en financieel gebied. |
| |
| |
Brieder, Frederik Christiaan de, 1836-1896. Journalist. Was oorspronkelijk redacteur van de Hollandsche Illustratie, maakte in die tijd ook deel uit van de redactie van Het Nederlandsch Tooneel, was van 1876-1883 hoofdredacteur van de Amsterdamsche Courant. Schreef artikelen in tal van tijdschriften. |
Brink, Albertus Jan ten, 1836-1917. Onderwijsman. Was zoon van mr. Barend ten Brink, dus broer van dr. Jan ten Brink. Achtereenvolgens directeur der H.B.S. te Enkhuizen, leraar aan de H.B.S. te Semarang en aan het gymnasium Willem III te Batavia. Als zodanig in 1893 gepensioneerd en in 1917 in Den Haag overleden. Vertaalde Sophocles' Antigone in Nederlandse verzen, schreef verzen, toneelspelen, een novelle en een roman. Publiceerde in Nederland: 1867 en 1871. |
Brink, Barend ten, 1803-1875. Classicus, rector der Latijnse school te Appingedam en later preceptor aan het gymnasium te Utrecht. Vader van Jan ten Brink. Schreef in tal van tijdschriften artikelen. Publiceerde in Nederland: 1870, 1872, 1873. |
Brink, Jan ten, 1834-1901. Literatuurhistoricus en letterkundige. Zijn vader was mr. Barend ten Brink, rector van de latijnse school te Appingedam. Hij was een van negen kinderen, ging in 1855 theologie studeren te Utrecht, zag zijn antwoord op een letterkundige prijsvraag over G.A. Bredero in 1857 met goud bekroond en promoveerde in 1860 op een theologische dissertatie over Coornhert. Was van 1860-1862 huisonderwijzer te Batavia, van 1862-1884 leraar in Nederlands en geschiedenis aan het Haagse gymnasium en volgde in 1884 Jonckbloet op als hoogleraar in de Nederlandse letterkunde te Leiden. Hij was een zeer belezen man, die behalve voor de Nederlandse ook voor de Franse letterkunde belangstelling had en o.a. als een van de eersten Zola ten onzent introduceerde. Hij schreef tal van romans, novellen en essays en was een populair spreker. Zijn veelschrijverij ging echter met een gebrek aan diepgang gepaard, waaronder zijn wetenschappelijk werk leed. Hij was redacteur van De Kunstkronijk, de Nederlandsche Kunstbode en van Nederland (1873-1887). Behalve gedurende deze periode publiceerde hij in Nederland: 1860, 1862, 1863, 1865-1868, 1870-1872, 1888, 1890, 1898-1901. |
Broms, Carl Edward, 1841-1911. Hoofd van handelsfirma in Amsterdam. Vertaalde een treurspel en een blijspel uit het Zweeds, schreef gedichten en was in 1885 redactielid van Nederland. Publiceerde in Nederland: 1879-1889. |
Brunings, Peter Frederik, 1820-1889. Officier. Schreef zeer veel romans en novellen en publiceerde ook in tal van tijdschriften. In 1880 gepensioneerd als luitenantkolonel. Schreef brieven in De Amsterdammer onder pseudoniem Pasquino. Publiceerde in Nederland: 1878, 1882. |
Busken huet, Conrad, 1826-1886. Schrijver, criticus en cultuurhistoricus. Studeerde te Leiden theologie en werd in 1851 Waals predikant. Hij propageerde op de kansel, maar ook buiten de gemeente de moderne richting. Ten slotte nam hij zijn ontslag als predikant en werd redacteur bij de Opregte Haarlemsche Courant (1862-1868). Hij werd medewerker van De Gids en in 1863 mederedacteur. In 1865 leidden een paar bijdragen van zijn hand tot een conflict met de redactie, waarbij Potgieter zijn zijde koos en met hem uit de redactie trad. Sindsdien is Huet sterk anti-liberaal, wat zich duidelijk manifesteerde in zijn Indische periode, die in 1868 een aanvang nam, toen hij de redactie van De Java-bode aanvaardde. Enige jaren later stichtte hij zijn eigen krant, het Algemeen Dagblad van Nederlandsch Indie. Hij schreef daarin ook geregeld literaire essays, die dan weer in zijn Litterarische fantasien werden gebundeld. In 1876 verliet hij Indië en vestigde zich te Parijs, waar hij artikelen bleef schrijven voor zijn krant, die tegelijkertijd
|
| |
| |
in het tijdschrift Nederland een plaats vonden. Hij schreef ook reisindrukken en kunsthistorische beschouwingen en bekroonde deze werkzaamheid met zijn Het Land van Rembrand, zijn meesterwerk. Behalve in de periode 1878-1886 publiceerde hij in Nederland: 1856, 1859, 1864, 1866, 1867, 1870 en postuum 1887. |
Busken huet, Gédéon, 1860-1921. Bibliothecaris bij de Bibliothèque Nationale te Parijs, omstreeks 1905 hoofd van het Département des Imprimés. Zijn vader was Cd. Busken Huet. Heeft met zijn moeder de brieven van Potgieter aan zijn vader en brieven van zijn vader uitgegeven. Ook in De Gids, 4e reeks, jaargang 28 (1910), dl. 2, blz. 263-281 brieven van Multatuli aan zijn vader. |
Calcar, Elise Carolina Ferdinanda van, geb. Schiotling, 1822-1904. Schrijfster van vele romans en verhalen. Maakte propaganda voor het spiritisme en voor het Fröbelonderwijs hier te lande. Publiceerde in Nederland: 1861, 1862. |
Chappuis, Herman Theodore, 1844-1906. Officier en letterkundige. Heeft als luitenantkolonel de dienst verlaten. Schreef zeer veel romans, novellen en vertalingen. Was medewerker aan verschillende tijdschriften. Publiceerde in Nederland: 1877 en 1879. |
Coronel, Samuel Senior, 1827-1892. Medicus. Is in verschillende plaatsen als stadsgeneesheer werkzaam geweest, heeft veel gepubliceerd op medisch gebied, maar was vooral werkzaam op sociaal terrein (arbeidstoestanden, bewaarschoolonderwijs). Schreef in Nederland: 1862 en 1880. |
Daum, Paul Adriaan, 1850-1898. Letterkundige. Eerst werkzaam bij de Staatsspoorwegen, daarna journalist en als zodanig in 1878 naar Indië gegaan. Stichtte in 1885 het Bataviaasch Nieuwsblad, waarvan hij hoofdredacteur was. Schreef onder het pseudoniem Maurits Indische romans, die eerst in de dertiger jaren waardering hebben gevonden. Schreef in Nederland: 1876, 1877, 1897. |
Does, Maria Petronella Willemina Cornelia van der, geb. Scheltema, 1834-1911. Schrijfster van novellen met filosofische en mystieke inslag onder het pseudoniem Constantijn. In De Gids van 1871 publiceerde zij de novelle Hilda, in jg. 1873 Victor d'Avlyn. Gehuwd met Jhr. P.C. van der Does, Rijksontvanger te Gendringen. Publiceerde in Nederland: 1879. |
Domela nieuwenhuis, Ferdinand, 1846-1919. Socialist. Aanvankelijk predikant trad hij in 1879 uit de kerk en richtte de Sociaal Democratische Bond op. Hij was van 1888-1891 kamerlid en werd ten slotte anarchist. Publiceerde in Nederland: 1882. |
Doorenbos, Willem, 1820-1906. Letterkundige, die klassieke talen had gestudeerd, o.a. rector was van de Latijnse school te Winschoten en van 1865-1884 leraar in Nederlands en geschiedenis aan de H.B.S. te Amsterdam. Bekend literair en cultuurhistorisch criticus, liberaal en humanist. Medewerker aan Nederlandsche Spectator (pseudoniem Keerom). Vele van de Tachtigers hebben tot zijn leerlingen behoord. |
Douwes dekker, Maria Frederika Cornelia, geb. Hamminck Schepel, 1839-1930. Tweede echtgenote van Eduard Douwes Dekker, wiens werken zij later uitgaf. Schreef o.a. toneelspelen. Publiceerde in Nederland (pseudoniem Heloïse): 1874, 1876 en 1877. |
Drabbe, Johan, 1839-1916. Officier, later schoolopziener, gaf naast publikaties van militaire aard ook literaire bijdragen uit onder het pseudoniem Guido. Publiceerde in Nederland: 1878, 1883 en 1885. |
Duyl, Anton Gillis Cornelis van, 1829-1918. Letterkundige. Was adjunct-secretaris van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, redacteur van De Kroniek van
|
| |
| |
A.C. Kruseman, van 1866-1885 hoofdredacteur van het Algemeen Handelsblad. Was mede-redacteur van Nederland van 1864-1865. Schreef in Nederland: 1863-1865, 1887. |
Fabre, Ferdinand, 1827-1898. Frans romanschrijver, conservator van de Bibliothèque Mazarine te Parijs. Schreef over het boerenleven in de Cevennen, maar was vooral een realistisch beschrijver van de wereld der priesters. |
Fortuyn droogleever, Willem Jacobus, 1847-1897. Advocaat en procureur te Gouda, en letterkundige. Publiceerde in Nederland: 1883. |
Frank, Maria Carolina, 1838-1891. Onderwijzeres, als zodanig van 1855-1873 in Nederlands-Indië werkzaam. Na haar repatriatie woonachtig in Den Haag, na 1886 te Breda. Wijdt zich uitsluitend aan literair werk, vooral realistische Indische romans. Soms heeft zij het pseudoniem Kâtja Mâta aangenomen. Later mevrouw Vanger geboren Frank. |
Fruin, Robert Jacobus, 1823-1899. Hoogleraar in de vaderlandse geschiedenis aan de Leidse universiteit van 1860-1894. Beroemd zijn: Tien jaren uit den tachtigjarigen oorlog en zijn Gids-artikel Het voorspel van den tachtigjarigen oorlog. Hij is de grondlegger van de wetenschappelijke beoefening van onze vaderlandse geschiedenis. |
Gaboriau, Emile, 1832-1873. Frans romanschrijver, die veel succes had met romans policiers. |
Geel, Jacob, 1789-1862. Classicus en letterkundige. Studeerde aan het Amsterdamse Athenaeum, werd in 1823 verbonden aan de Universiteitsbibliotheek te Leiden, waarvan hij in 1833 bibliothecaris werd tegelijk met een benoeming tot buitengewoon hoogleraar. Vertaalde Duitse en Engelse auteurs en bezorgde uitgaven van klassieken. Beroemd zijn de gebundelde voordrachten Onderzoek en phantasie (1838), die veel invloed hebben gehad op de ontwikkeling van het Nederlandse proza en de letterkundige kritiek. |
Gerlach, Abraham Jean Arnaud, 1811-1906. Officier en letterkundige. Werd in 1872 als kolonel der artillerie en commandant der Koninklijke Militaire Academie gepensioneerd. Schreef werken over de militaire geschiedenis in Nederlands-Indië Publiceerde in Nederland: 1873, o.a. onder het pseudoniem Colijn van den Abeele. |
Gewin, Jan Christoffel, 1808-1887. Letterkundige, schreef kinderboeken, novellen, romans en vele losse bijdragen in tijdschriften, soms onder pseudoniem Jack. Publiceerde in Nederland: 1850, 1852, 1857, 1880. |
Glasius, Barend, 1805-1886. Predikant, hoofdzakelijk te Geertruidenberg. Kreeg eredoctoraat in de theologie in 1861 te Utrecht. Schreef tal van werken op het gebied der Nederlandse kerkgeschiedenis en ook het Godgeleerd Biographisch Woordenboek van Nederlandsche Godgeleerden. Publiceerde in Nederland: 1872 en 1879. |
Haighton, Elise Adelaïde, 1841-1911. Schrijfster. Behaalde in 1870 akte M.O. Nederlands, deed enige jaren letterkundig werk, gaat daarna als gouvernante naar Paramaribo. Schreef in verschillende tijdschriften en gebruikte pseudoniemen Brunehilde en Hroswitha. Verschillende romans en vertalingen staan op haar naam. Publiceerde in Nederland: 1876, 1878 en 1879. |
Hamerling, Robert, 1830-1889. Oostenrijks schrijver. Schreef epische gedichten en romans (bekend is Aspasia 1876). |
Harte, Francis Bret (schrijversnaam Bret Harte), 1836-1902. Amerikaans schrijver, die reeds jong het pioniersleven in Californië leerde kennen, waarop zijn novellen zijn geïnspireerd. Hij schreef ook realistisch-humoristische gedichten. |
| |
| |
Hasebroek, Johannes Petrus, 1812-1896. Predikant en schrijver. Studeerde theologie te Leiden en deed in 1836 zijn intree te Heilo, waar hij met zijn zuster Betsy het middelpunt vormde van een letterkundige kring. In 1840 verschenen zijn gebundelde schetsen Waarheid en droomen. Later predikant te Breda, Middelburg en Amsterdam. Schreef verschillende dichtbundels. |
Hennique, Léon, 1851-1935. Frans schrijver, aanvankelijk behorende bij de naturalisten, later nog werk leverende in het genre van de Goncourts. Schreef o.a. Les hauts faits de M. de Ponthau (1880). |
Herderschee, Johannes Hooykaas, 1822-1886. Predikant. Heeft zeer veel, vooral op theologische gebied gepubliceerd, behoorde tot de eerste woordvoerders van de moderne richting en heeft daardoor als predikant te Nijmegen veel moeilijkheden gehad. Schreef in Nederland: 1877. |
Heuff Az., Johan Adriaan, 1843-1910. Letterkundige. Schreef een drama, enige blijspelen en kreeg vooral bekendheid door zijn historische romans, die hij onder het pseudoniem J. Huf van Buren schreef. Veel succes had zijn roman Kippeveer of het geschaakte meisje (1888) onder het pseudoniem Cosinus. Publiceerde in Nederland: 1872, 1874, 1875. |
Hoet, William Joannes ten, 1823-1897. Letterkundige. Promoveerde in 1849 te Utrecht in de rechten. Was advocaat te Arnhem en te Amsterdam. Schreef op latere leeftijd zeer veel novellen en romans en behoort tot de romantische humoristen. Publiceerde in Nederland: 1878 en 1880, in welk laatste jaar hij een conflict had met de redactie. |
Hoff, Ferdinand Hugo Benjamin von, 1820-1894. Classicus, conrector aan het gymnasium te Zutphen. Schreef een aantal politieke geschriften. Publiceerde in Nederland: 1880, 1881, 1883 en 1884. |
Hoyer, Martina Geertruida Sara, geb. van der Feen, 1850-1929. Schrijfster. Gebruikte pseudoniem M. van Walcheren. Vertaalde Elisabeth Barrett Brownings Aurora Leigh. Publiceerde in Nederland: 1872 en 1880. |
Huet, Josué l'Ange, 1840-1924. Journalist. Aanvankelijk voor predikant bestemd, evolueerde tijdens zijn studie steeds meer naar de positivistische wijsbegeerte en verliet de kerk. Als neef van Busken Huet was hij tijdens diens redacteurschap van De Java-Bode correspondent van dat blad in Nederland. Hij was toen aan de Nieuwe Rotterdamsche Courant werkzaam en ging in 1869 bij de stichting van Het Vaderland naar deze krant over. Hij volgde in 1876 Busken Huet als hoofdredacteur van het Algemeen Dagblad van Nederlandsch Indie op. Later als zodanig afgetreden heeft hij een eenzelvig bestaan in Indië geleid. |
Hugenholtz, Frederik Willem Nicolaas, 1839-1900. Predikant in verschillende plaatsen in Nederland en daarna sinds 1885 te Grand Rapids voorganger van de vrijzinnige gemeente. Is lang redacteur geweest van het orgaan van de Nederlandse Protestantenbond De Hervorming. Publiceerde in Nederland: 1876. |
Huygens, Jeanne Marie, 1825-1894. Geeft volgens Bevolkingsregister te Breda als beroep op: schrijfster, later huishoudster. Zij is een tante van de bekende schrijfster Cornélie (Lydie) Huygens [1848-1902] met wie zij in Breda samenwoont en op 7 april 1884 naar Heeze vertrekt. Beiden overleden te Amsterdam. |
Ising, Arnold Leopold Hendrik, 1824-1899. Letterkundige, werkzaam bij de Stenografische dienst van de Staten-Generaal. Schrijver van jeugdboeken en romans, ook van populariserende geschiedwerken. Medewerker aan vele tijdschriften o.a. aan de Nederlandsche Spectator, die hij hielp oprichten en waarvan hij van 1860-1898
|
| |
| |
redacteur was. Jarenlang voorzitter van Oefening Kweekt Kennis. Publiceerde in Nederland: 1854, 1857, 1858, 1868, 1873, 1874, 1876, 1877, 1882, 1884, 1886-1890, 1894, 1895. |
Jolles, Jacoba Catharina, geb. Singels, 1847-1901. Letterkundige. Was gehuwd met Hendrik J. Jolles, luitenant der mariniers; moeder van Johannes Andreas Jolles, de als André Jolles bekende schrijver en hoogleraar. Behoorde tot degenen, die financieel de oprichting van De Nieuwe Gids mogelijk maakten. Schreef romans en novellen onder het pseudoniem Catharina. Ondanks het gunstig oordeel van Busken Huet over haar werk heeft zij na 1883 niet meer gepubliceerd. Publiceerde in Nederland: 1874-1876, 1878. |
Jorissen, Thomas Theodorus Hendrikus, 1833-1889. Historicus. Werd 1865 hoogleraar te Amsterdam. Hoewel hij een goed historicus was, was zijn essayistisch werk niet altijd vrij van oppervlakkigheid. Hij schreef bijdragen voor Nederland: 1870, 1874, 1876-1880. |
Kate Jr., Herman Frederik Carel ten, 1858-1931. Antropoloog en etnograaf. Zoon van de gelijknamige schilder, die een broer van de dichter J.J.L. ten Kate was. Studeerde medicijnen. Promoveerde te Berlijn in 1882 en oefende 15 jaar lang praktijk uit in Japan. Heeft veel etnografisch onderzoek gedaan in Noord- en Zuid-Amerika, in Indonesië en Polynesië. Publiceerde in Nederland: 1877. |
Kneppelhout, Johannes, 1814-1885. Schrijver, vooral bekend door zijn Studententypen (1841), onder het pseudoniem Klikspaan geschreven. Zijn verdere vrij omvangrijke geschriften, waaronder veel reisschetsen zijn van minder belang. Hij leefde ambteloos op zijn landgoed De Hemelsche Berg te Oosterbeek. Hij publiceerde in Nederland: 1850, 1852, 1879. |
Kolff, Gualtherus Johannes, 1846-1918. Schrijver. Is op latere leeftijd blind geworden. |
Kruseman, Arie Cornelis, 1813-1894. Uitgever te Haarlem. Begonnen als boekhandelaar in 1840 werd hij al spoedig uitgever en heeft zich later tot deze werkzaamheid beperkt. Gaf als zodanig tijdschriften als Album der Natuur, Wetenschappelijke Bladen, De Aarde en haar Volken uit en verder werk van tal van letterkundigen en geleerden. In 1873 werd H.D. Tjeenk Willink als associé opgenomen, in 1877 trok Kruseman zich terug. Hij heeft toen nog belangrijke werken als Bouwstoffen voor een geschiedenis van den Nederlandschen boekhandel, De Fransche wetten op de Hollandsche drukpers geschreven. |
Lamping, Isaäc Arnold, 1831-1905. Predikant in verschillende plaatsen, sinds 1869 hoofd-redacteur der Nieuwe Rotterdamsche Courant. |
Lamping, Maria Adriana, geb. van Bosse, 1840-1927. Schrijfster. Was gehuwd met Dr. Carel Andries Lamping. Publiceerde in Nederland: 1875 (onder pseudoniem Chéri), 1880 (onder pseudoniem M.L.v.B.). |
Lennep, Warner Willem van, 1833-1903. Advocaat, wethouder van Amsterdam. Zoon van David Jacob van Lennep en halfbroer van Jacob, de bekende romanschrijver. Schreef gedichten en vertaalde o.a. Hyperion van Keats. |
Lesturgeon, Alexander Lodewijk, 1815-1878. Predikant, laatstelijk in Zweeloo. Schreef, meestal anoniem, tal van gedichten en novellen, ook biografische verhandelingen. Publiceerde in Nederland: 1850. |
Loenen martinet, Johannes van, 1840-1918. Predikant, volgde F.W.N. Hugenholtz op in 1885 als redacteur van De Hervorming, later voorganger van Nederlandse Protestantenbond. Schreef in Nederland: 1877. |
| |
| |
Loffelt, Antonie Cornelis, 1841-1906. Letterkundige en toneelcriticus. Studeerde Engels en was een tijdlang leraar. Sinds 1875 ambteloos in Den Haag, waar hij, gesteund door zijn grote bibliotheek, voor allerlei tijdschriften en kranten artikelen schreef. In Het Vaderland schreef hij kritieken over schilderkunst en feuilletons over toneel, in het Nieuws van den Dag kunstkritieken. Publiceerde in Nederland: 1876. |
Loghem, Martinus Gesinus Lambert van, 1849-1934. Schrijver, studeerde M.O. Frans en promoveerde in 1880 in de rechten. Hij was mede-oprichter van het weekblad De Amsterdammer, waarvan hij enkele jaren redacteur was. Schreef romans, novellen en gedichten, en gebruikte verschillende pseudoniemen. Zijn verhaal in verzen Een liefde in het Zuiden (1881) onder het pseudoniem Fiore della Neve was aanleiding tot de parodie Julia van de Tachtigers. Hij publiceerde in Nederland: 1876, 1879-1881, 1884, 1886-1888 en was redacteur van dit tijdschrift van 1887-1919, gedurende welke jaren hij ook geregeld bijgedragen heeft. |
Loman, Abraham Dirk, 1823-1897. Luthers theoloog, van 1856-1893 hoogleraar te Amsterdam. Was voorman van de Nieuwtestamentische kritiek. Sinds 1874 blind. Broer van de uitgever. Schreef in Nederland: 1879, 1889. |
Loman, Jr., Jan Christiaan, 1825-1897. Boekhandelaar en uitgever te Amsterdam, sinds 1850. Gaf werken op rechtsgeleerd, natuurwetenschappelijk, historisch en letterkundig gebied uit. Verder tijdschriften als Nederland (waarvan hij meermalen redacteur was), De Navorscher, Onze Roeping. Schrijvers als J. van Lennep, Schimmel, Vosmaer, Hofdijk, Busken Huet en Bosboom-Toussaint gaven werken bij hem uit. Van 1864-1869 was hij geassocieerd met A.J.G. Verster onder de firmanaam Loman en Verster, van 1893-1897 met J. Funke als Loman en Funke. |
Lütkebühl Jr., Carl Ludwig, 1846-1919. Kantoorbediende, later rijkstelegrafist. Schreef onder pseudoniemen Telephon, Karl Kleinberg novellen en ook onder eigen naam gedichten en andere bijdragen in verschillende tijdschriften. Onder eigen naam zijn ook enkele romans van hem verschenen. Publiceerde in Nederland: 1873-1877, 1879, 1887-1891, 1893. |
Manen, Willem Christiaan van, 1842-1905. Theoloog, hoogleraar te Groningen en te Leiden. Nieuwtestamenticus en modern theoloog. Schreef in Nederland: 1880, 1895. |
Mees, Mari Johan, 1846-1894. Predikant o.a. te Barendrecht, Haarlem en 's-Gravenhage. Was aanhanger van de moderne richting en nam een beroep aan naar de Lutherse gemeente te Harlingen, waarbij zich de modernen aldaar hadden aangesloten. Publiceerde ook op letterkundig en historisch gebied. Bijdragen voor Nederland in 1882, 1885 en 1886. |
Murger, Henri, 1822-1861. Frans romanschrijver, die naam maakte met realistische schetsen uit de wereld van Parijse letterkundigen, artisten en studenten w.o. zijn Scènes de la vie de Bohème (1851), beroemd geworden door Puccini's opera. |
Nievelt, Carel van, 1843-1913. Ambtenaar Nederlands-Indië, daarna sinds 1869 verbonden aan redactie van de Nieuwe Rotterdamsche Courant, medewerker aan het tijdschrift Los en Vast. Schreef novellen en reisbeschrijvingen. Gebruikte het pseudoniem Gabriël en later voor boekbeoordelingen in het Nieuws van den Dag het pseudoniem J. van den Oude. |
Noordaa, Pieter Jasper van der, 1831-1881. Letterkundige, werkzaam bij verzekeringsmaatschappijen. Schreef gedichten, novellen en romans onder pseudoniemen als Ada Nore, V.D.N. van Delft, Nora Haga. Publiceerde in Nederland: 1859-1862 (onder pseudoniem Ada Nore), 1864 (onder pseudoniem V.D.N. van Delft), 1865-1868, 1870, 1872, 1875, 1880 (onder pseudoniem Ada Nore), 1881, 1882. |
| |
| |
Oosterzee, Hendrik Marinus Christiaan van, 1806-1877. Predikant. Schreef stichtelijke en kerkrechtelijke werken, maar ook taal- en letterkundige werken en artikelen in tal van tijdschriften. Publiceerde in Nederland: 1852, 1859, 1860, 1861 (onder pseudoniem E.N. Rico), 1863, 1868, 1871, 1873, 1876, 1877. |
Opzoomer, Adèle Sophia Cornelia, 1857-1925. Schrijfster. Dochter van prof. C.W. Opzoomer, schreef eerst in het Duits en publiceerde daarna onder het pseudoniem Wallis op 20-jarige leeftijd de historische roman uit het begin van de tachtigjarige oorlog In dagen van strijd (1876-1877, 3 dln). Daarna in 1883 Vorstengunst spelende in het 17e-eeuwse Zweden. Vooral de eerste roman had, ondanks het traditionele genre, veel succes. Schreef in Nederland: 1878 en 1879. |
Opzoomer, Cornelis Willem, 1821-1892. Wijsgeer en rechtsgeleerde. Na zijn rechtsstudie te Leiden werd hij reeds in 1846 hoogleraar in de wijsbegeerte te Utrecht. Aanvankelijk aanhanger van het idealisme, stond hij later het empirisme voor en ontwikkelde hij zijn godsdienstwijsbegeerte, die voor de ontwikkeling van het modernisme ten onzent zo belangrijk is geweest. Grote bekendheid heeft later zijn commentaar op het Burgerlijk Wetboek gekregen. Publiceerde in Nederland: 1878. |
Otto, Willem, 1849-1931. Schrijver, werkzaam bij posterijen als telegrafist. Schreef kinderverhalen voor tijdschriften als Voor 't Jonge Volkje, romans en novellen. Van literair-historische aard waren zijn Etsen en schetsen op letterkundig gebied (1882). Publiceerde in Nederland: 1875-1876, 1878-1881 en 1882. |
Penning Jr., Willem Levinus, 1840-1924. Dichter. Schreef onder pseudoniem M. Coens Tienden van den oogst (1882), huiselijke poëzie onder invloed van Staring en Potgieter. Later meer moderne poëzie verwant aan de Tachtigers: Benjamin's vertellingen (1898) e.a. Op latere leeftijd blind geworden. Schreef in Nederland: 1873, 1875-1879, 1882 en 1883. |
Perk, Christina Elisabeth, meer bekend als Betsy P., 1833-1906. Schrijfster. IJverde voor vrouwenemancipatie, nam initiatief tot oprichting van Arbeid Adelt, oprichtster van vrouwenweekblad Ons Streven. Heeft veel romans en drama's geschreven. Publiceerde in Nederland: 1861, 1864, 1867, 1871, 1872, 1884, 1888. |
Pierson, Allard, 1831-1896. Theoloog, wijsgeer en estheet. Aanvankelijk predikant, legde later zijn ambt neer, omdat hij zich niet meer in de kerk thuis voelde. In 1877 benoemd tot hoogleraar in de kunstgeschiedenis, de esthetica en de moderne letteren aan de nieuwe universiteit van Amsterdam. Bekend is zijn werk Geestelijke voorouders. In de theologie was hij zeer radicaal. Een bijzonder belangrijke vertegenwoordiger van 19e-eeuws humanisme. Schreef in Nederland: 1875, 1878. |
Pleyte, Willem, 1836-1903. Archeoloog en egyptoloog. Studeerde theologie te Utrecht, werd in 1869 conservator en in 1891 directeur van het Museum van Oudheden te Leiden. Publiceerde in Nederland: 1881. |
Quack, Hendrik Peter Godfried, 1834-1917. Economist. Studeerde rechten te Utrecht. Was secretaris en later directeur van de Nederlandsche Bank, hoogleraar in de staatswetenschappen te Utrecht en later te Amsterdam. Was lid van de redactie van de Gids. Bekend is zijn werk De socialisten, Personen en stelsels. |
Reehorst, Carolina Christina ter, 1850-1902. Schrijfster. Was privaatdocente in Engelse taal- en letterkunde in Den Haag. Schreef bijdragen voor verschillende tijdschriften, onder het pseudoniem J.W. van Rostock. Publiceerde in Nederland: 1883, 1886, 1889, 1891. |
Rodenburg, Theodore, ca. 1578-1644. Schrijver en diplomaat. Heeft in de jaren 1615-1619 zich te Amsterdam naam gemaakt als de leidende figuur in de rederijkers-
|
| |
| |
kamer De Egelantier, waarbij hij zich keerde tegen de Nederduitsche Academie van Dr. Samuel Coster. Zijn romantische toneelstukken vertonen sterke invloed van Lope de Vega. |
Rooses, Max, 1839-1914. Vlaams criticus en kunsthistoricus. Achtereenvolgens aan de athenea te Namen en te Gent leraar in de Nederlandse taal- en letterkunde. Werd in 1876 conservator van het Museum Plantin-Moretus te Antwerpen. Speelde aanzienlijke rol in de Vlaamse Beweging. Publiceerde in Nederland: 1872, 1873, 1875, 1880. |
Rop, Antoon Leonard de, 1837-1895. Schrijver. Was werkzaam bij het onderwijs, sinds 1873 als hoofd ener school te Amsterdam. Hij was een bekend kinderschrijver en heeft veel, later ook weer gebundelde, gedichten geschreven in tijdschriften als De Kunstkronijk, Eigen Haard, De Nederlandsche Spectator. Publiceerde in Nederland: 1869, 1873, 1875, 1880, 1895. |
Rovers, Elard Albert, 1848-1908. Schrijver onder pseudoniem Hollidee. Behoort tot de dorpsnovellisten, navolgers van Fritz Reuter en Berthold Auerbach. Schreef Noordbrabantse Etsen naar het leven (1880). Later ambtenaar in Nederlands-Indië heeft hij schrijverswerkzaamheid gestaakt. Publiceerde in Nederland: 1877. |
Sacher-masoch, Leopold von, 1836-1895. Oostenrijks schrijver, die zich later o.a. te Leipzig en te Parijs vestigde en in zijn tijd een groot succes had bij de toenmalige Sturm und Drang met zijn ziekelijk-realistische romans. |
Sandeau, Jules (pseudoniem van Léonard Sylvani Julien), 1811-1883. Frans romanschrijver, wiens romans in zijn tijd wel succes hadden, vooral in omwerking tot toneelstukken (in samenwerking met Emile Augier). |
Schimmel, Hendrik Jan, 1823-1906. Schrijver van toneelspelen en historische romans. Had verschillende betrekkingen in de financiële wereld, laatstelijk directeur van de Nederlandsche Credietvereniging. Was van 1851-1867 in de redactie van De Gids, van 1854-1865 mederedacteur van Nederland en dit van 1881-1886 opnieuw, van 1891-1903 van Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Schreef in Nederland: 1849, 1851, 1853-1859, 1861, 1862, 1866, 1869, 1870, 1872, 1877, 1878, 1880-1884, 1886, 1889. |
Scholten, Johannes Henricus, 1811-1885. Godgeleerde. In 1845 werd hij te Leiden hoogleraar voor het Nieuwe Testament en dogmatiek, sinds 1876 voor wijsbegeerte van de godsdienst. Scholten is de stichter van de z.g. Leidse School en een van de grondleggers van het modernisme. Hij is de schrijver van De Leer der Nederlandsch Hervormde Kerk (1848) en van De vrije wil (1859). |
Servaas van rooyen, Abraham Jacobus, 1839-1925. Archivaris. Aanvankelijk was hij boekhandelaar. Liet zich in 1877 in Utrecht inschrijven voor colleges Nederlandse taal en Gotisch. Hij was redacteur van het tijdschrift Euphonia en medebestuurder van de letterkundige vereniging Nicolaas Beets. Van 1884-1905 was hij archivaris van Den Haag, van 1887-1912 directeur van het Gemeentemuseum aldaar. Hij richtte in 1889 het Haagsche Jaarboekje en in 1890 de vereniging Die Haghe op. In meer dan 35 tijdschriften heeft hij over de 200 artikelen gepubliceerd. Publiceerde in Nederland: 1864, 1875, 1881, 1883, 1896, 1908. |
Sijpesteijn, Jhr. Cornelis Ascanius van, 1823-1892. Officier, daarna ambtenaar bij het Ministerie van Koloniën, in 1873 gouverneur van Suriname. Heeft verschillende belangrijke historische studies geschreven en ook artikelen in tal van tijdschriften. Publiceerde in Nederland: 1873, 1886. |
| |
| |
Sloot, Nicolina Maria Christina, 1853-1927. Schrijfster, nadat zij in 1871 uit Nederlands-Indië in Nederland was gekomen. Eerst onder het pseudoniem Mathilde, later als Melati van Java heeft zij tussen 1870 en 1890 een zekere bekendheid gekregen als romanschrijfster in het onderhoudende genre en als schrijfster van kinderboeken. Publiceerde in Nederland: 1884, 1888, 1891, 1892, 1896, 1899, 1901. |
Smit kleine, Engbert Gerard Frederik, 1845-1931. Schrijver. Aanvankelijk ambtenaar bij Staatsspoorwegen en Ministerie van Binnenlandse Zaken, later ambteloos. Was oprichter van de tijdschriften Quatuor, Spar en Hulst, De Banier en Den Gulden Winckel, had verder een belangrijk aandeel in De Leeswijzer en Woord en Beeld. Bekend door zijn Haagsche Hopjes, onder het pseudoniem Piet Vluchtig (1883), vertalingen o.a. van Carmen Sylva en literair-biografische essays o.a. over Jan ten Brink in diens Onze hedendaagsche letterkundigen (1887). Publiceerde in Nederland: 1873-1877, 1879-1881, 1883, 1885-1886, 1891, 1916, 1920. |
Spoor, Gerard Jalkes, 1832-1882. Letterkundige. Werkzaam o.a. als kassier generaal van de Rotterdamsche Bank. Schreef veel gedichten in jaarboekjes en tijdschriften. Verder toneelstukken onder pseudoniem Gerard Jr., dichtbundels voor de jeugd, populaire geschiedenis. Publiceerde in Nederland: 1877. |
Steinmetz, Anna Christina, 1856-1882. Schrijfster van enige romans onder het pseudoniem Anna van Hage. Publiceerde in Nederland: 1877 en 1879. |
Stellwagen, Arnoldus Wilhelmus, 1844-1918. Leraar. Was opgeleid voor onderwijzer aan de kweekschool in Assen, werd later leraar te Zierikzee, in 1875 aan de Hogere Burgerschool en sinds 1883 aan het gymnasium in Den Haag. Uitgever van bloemlezingen, schrijver van leerboeken en vele artikelen over letterkundige geschiedenis, taalkunde en aardrijkskunde. Publiceerde in Nederland: 1873, 1875, 1877, 1889, 1909, 1910. |
Terwey, Tijs, 1845-1893. Onderwijzer en sinds 1876 leraar aan de gemeentelijke kweekschool voor onderwijzers te Amsterdam. Bekend door zijn Nederlandse spraakkunst, zijn uitgaven van Nederlandse klassieken. Hij vertaalde Björnsons De jonggehuwden, Amsterdam, 1872 uit het Noors. |
Thieme, Dirk Anthonie, 1830-1879. Uitgever in Arnhem van veel Nederlandse letterkundigen en o.a. van de bekende Guldens Editie. Gaf ook het tijdschrift De Tijdspiegel uit en richtte de Arnhemsche Courant op. Was de redacteur van het nieuwe liberale dagblad Het Vaderland, dat in 1869 voor het eerst verscheen en waarvoor hij in 1874 naar Den Haag verhuisde. |
Tolsma, G. Elbert. Schreef in Nederland: 1876 (onder pseudoniem Stalmo), 1877 (onder pseudoniem Stalmo), 1880, 1882 (onder pseudoniem Anastasius Rozeknop), 1883 (onder pseudoniem Stalmo). Hij stierf te Nanterre bij Parijs in juni 1881. |
Veen, B. van der. Schreef in Nederland: 1875 (onder pseudoniem Leonard) en 1876. |
Veer, Hendrik de, 1829-1890. Letterkundige. Begonnen als predikant o.a. te Wormerveer en Delft verliet hij in 1864 de kerk om in Delft directeur van de H.B.S. te worden. Hij had een werkzaam aandeel in het literaire leven, was van 1869-1872 redactielid van Los en Vast, werd in 1871 benoemd tot hoofdredacteur van het pas opgerichte Nieuws van den Dag en was ook redacteur van Eigen Haard. Zijn bekende werk is Trou-ringh voor 't jonge Holland (1868). Publiceerde in Nederland: 1869. |
Verdam, Jacob, 1845-1919. Hoogleraar in de Nederlandse letterkunde en oud-germaanse talen te Amsterdam, van 1891 tot 1915 hoogleraar in de Nederlandse taalkunde te Leiden. Hij heeft grote verdiensten voor de studie van het middel-
|
| |
| |
nederlands en heeft het grote Middelnederlansch woordenboek vrijwel geheel geschreven. |
Veth, Pieter Johannes, 1814-1895. Geograaf en etnoloog. Studeerde eerst theologie, promoveerde te Leiden in de letteren, werd in 1842 hoogleraar in de Oosterse talen en exegese van het Oude Testament te Amsterdam. Van 1864-1885 was hij hoogleraar in de land- en volkenkunde van Nederlands Oost-Indië te Leiden. |
Visser, Arnold de, 1831-1890. Letterkundige, werkzaam als kassier te Meppel. Schreef novellen en kinderwerkjes en veel bijdragen in tijdschriften als Gelderland, Nederland, Europa, Lectuur voor de Huiskamer. Schreef in Nederland: 1856, 1857, 1859-1861, 1863, 1866, 1868, 1875, 1879, 1882, 1885 en 1887. |
Vlijmen, Bernardus Reinerus Franciscus van, 1843-1919. Hoofdofficier, sinds 1888 lid van de Tweede Kamer. Publiceerde in Nederland: 1874-1880 (onder pseudoniem Oom Gideon), 1878 (onder pseudoniem B.), verder onder eigen naam 1882-1887, 1891. |
Vos, Jan Cornelis de, 1855-1931. Toneelspeler en schrijver. Studeerde in de letteren en rechten. Was aan verschillende toneelgezelschappen verbonden, was een tijdlang directeur van de Tivoli Schouwburg te Rotterdam en regisseur van de verschillende gezelschappen. Was ook hoofdredacteur van de Haagsche Courant, mede-oprichter van het kunstweekblad De Lantaarn. Schreef novellen en toneelstukken. Publiceerde in Nederland: 1877, 1880-1883, 1885. |
Vosmaer, Carel, 1826-1888. Letterkundige. Van 1860 tot zijn dood redacteur van de Nederlandsche Spectator, waarin hij sinds 1864, in opvolging van Gerard Keller, als Flanor zijn Vlugmaren schreef. Hij was een estheticus, die grote bewondering voor de klassieke Oudheid had en mede daardoor de Ilias en Odyssee in Nederlandse hexameters vertaalde. Stond open voor Multatuli, getuige zijn publikatie Een zaaier en bevorderde de publikatie van Jacques Perks gedichten. |
Wermeskerken, Sophie Margaretha Cornelia van, geb. Junius, 1853-1904. Schrijfster van romans, novellen en verhalen, later als mevrouw Junius. Sinds 1887 redactrice van De Hollandsche Lelie, weekblad voor jonge dames. Zij schreef in tijdschriften als Nederland, Europa en Eigen Haard. Haar roman Een Hollandsch binnenhuisje onder het pseudoniem Johanna van Woude in Nederland van 1887 gepubliceerd en daarna vele malen herdrukt bezorgde haar destijds naam. Publiceerde in Nederland: 1874, 1876, 1882, 1887, 1889-1895. |
Werumeus buning, Arnold, 1846-1933. Zeeofficier, later bibliothecaris bij het Departement van Marine, later directeur van het Museum voor Land- en Volkenkunde en van het Maritiem Museum Prins Hendrik te Rotterdam. Schreef schetsen en novellen uit het marineleven. Publiceerde in Nederland: 1877, 1881, 1896. |
Westrheene wzn., Tobias van, 1825-1871. Letterkundige, aanvankelijk schilder met letterkundige belangstelling. Schreef in die eerste periode al verhalen en novellen. Na zijn huwelijk in 1857 uitsluitend schrijver. Was werkzaam bij de redacties van verschillende tijdschriften en schreef als redacteur in kranten als Het Vaderland. Publiceerde in Nederland: 1852, 1855-1857, 1860, 1866-1869 en was daarvan redacteur van 1867-1869. |
Winkel, Jan te, 1847-1927. Literatuurhistoricus en taalgeleerde. Van 1892-1918 hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Schrijver van de bekende Ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. Schreef in Nederland: 1874, 1875 en 1876. |
| |
| |
Winkler, Johan, 1840-1916. Geneesheer. Hield zich later bezig met studiën op het gebied van taalkunde, dialectkunde en naamkunde en schreef ook novellen onder het pseudoniem Grindebald. Schreef in Nederland: 1876-1877 (onder pseudoniem Jan Lou's) en 1878. |
Winkler prins, Jacob, 1849-1907. Letterkundige, oudste zoon van Antony W.P., de grondlegger van de bekende encyclopedie. Studeerde letteren aan de Utrechtse universiteit en vestigde zich na verblijf in het buitenland te Apeldoorn. Heeft groot aantal novellen, romans en opstellen over letteren en kunst in tal van tijdschriften geschreven. Schreef zijn romans onder het pseudoniem Kaspar Brandt. Als dichter is hij door de Tachtigers zeer gewaardeerd. Publiceerde in Nederland: 1870, 1872, 1873, 1875-1878. |
Wolterink, Wilhelmus Nicolaas, 1833-1904. Predikant in verschillende plaatsen. Schreef populair-historische werken. Verder artikelen in De Tijdstroom, Nederland, Los en Vast, Europa, enz. Publiceerde in Nederland: 1863, 1864, 1876 en 1879. |
|
|