Brieven aan de uitgever van het tijdschrift Nederland 1873-1886
(1965)–Jan ten Brink, Cd. Busken Huet– Auteursrechtelijk beschermdIn zijn brief van 20 november 1881 schrijft Huet aan mevrouw Bosboom: ‘In het December-nummer van Nederland komt het tweede en laatste gedeelte van mijn opstel over Byron. Het doet mij bijzonder veel genoegen dat het eerste gedeelte uw echtgenoot naar den smaak geweest is. Deze studie is de afdoening eener schuld, die ik weldra twintig jaren op het hart zal gedragen hebben. Beter laat dan nooit, zult U zeggen? Maar Byron is een moeijelijk onderwerp. In Nederland vooral is zooveel van hem vertaald en zooveel over hem geschreven, dat men, om hem op waardige wijze te gedenken, niet weet waar te eindigen of waar te beginnen.’ (Brieven II, blz. 213-214). | |
221Parijs, 11 September 1881. WelEdele Heer, Nevensgaand opstel (over Byron) is de laatste bijdrage die ik dit jaar voor ‘Nederland’ zal kunnen leveren.Ga naar voetnoot301 U kunt haar (voor het Oktober-nummer komt zij te laat, onderstel ik) naar welgevallen plaatsen in November of December; doch in haar geheel svp., want zij is niet vatbaar voor splitsing. Dezer dagen ontving ik boeken uit Utrecht, en daaronder van U 1 ex. ‘Land van Rubens’, eerste uitgaaf. Mijn dank voor de beleefde toezending. Verpligt mij svp. ook nog, door insgelijks o.c. van den heer Beijers mij te doen geworden 1 Januarij-aflevering van ‘Nederland’ 1881. Ik bedoel het nummer, waarin mijn opstel over de Belgische Feesten van 1880 voorkomt. Ik leende mijn ex. aan een kennis hier, die het op zijne beurt uitleende, en, zooals dat gaat, niet weet waar het gebleven is. Nu zit ik met een geschonden jaargang. Beleefd verzoek ik ter drukkerij te doen weten, dat ik de nog overschietende | |
[pagina 193]
| |
bladen herdruk ‘Land van Rubens’ (de schoone 7-14 ontving ik in dank) na korrektie gezamenlijk terug zal zenden. Het kunnen er hoogstens twee of drie zijn, dunkt mij. Blad 15 verzond ik gekorrigeerd verleden week, en blad 16/17 heb ik in huis. Het korrigeeren van telkens maar één blad tegelijk is tijdroovend en het verzenden kostbaar, sedert de fransche post-administratie, zooals ik U vroeger berigtte, voor buitenlandsche drukproeven haar minimum-port van 25 centimes heeft ingevoerd. Hoogachtend,
9 rue Médicis.
PS. Door het verschikken van een hoofdstukje springt in bijgaande kopij de pagineering ergens van 30 op 40 over. Doch de zetter zal zich niet kunnen vergissen, zoo hij maar de romeinsche cijfers I, II, III, enz. volgt. |
|