205
Parijs, 21 December 1880.
WelEdele Heer,
De proef van het opstel over de Belgische Feesten van 1880 zend ik met deze zelfde post aan Uwe Drukkerij, regtstreeks. U zult wel zorg dragen, dat de korrekties zorgvuldig opgenomen worden, niet waar?
Hierbij een opstel voor het Februarij-nummer, over Shakespeare. U zult mij verpligten, het zoo mogelijk terstond in proef te doen brengen. Het maakt deel uit van een bundeltje, dat op de veiling van Funke gekocht is, door Tjeenk Willink. Wel heb ik bedongen, dat dit opstel vooraf in een tijdschrift verschijnen zou; doch uiterlijk 1 Februarij.
Aan de HH. Burdet & Druyvesteyn zend ik een wisseltje ad ƒ 550, op 15 Maart ek. Daarmede zal dan afgerekend zijn over 1880.
Het heeft mij verrast, dat Tjeenk Willink kooper van mijne werken geworden is. Doch men verzekert mij, dat hij zeer goed aangeschreven staat.
Van Max Rooses' boek zal ik beproeven eene aankondiging te schrijven, zoo anderen mij niet vóór zijn. Zend mij svp. de verschillende recensies, die U in handen komen, opdat ik mij daarnaar kunne regelen.
Hoogachtend,
Uw Dienstwillige
Cd. B. Huet
9 Rue de Médicis.