Brieven aan de uitgever van het tijdschrift Nederland 1873-1886
(1965)–Jan ten Brink, Cd. Busken Huet– Auteursrechtelijk beschermdDit is de eerst bewaard gebleven brief die Jan ten Brink als redacteur van Nederland aan Loman schrijft. Hij werd in de loop van 1872 redacteur. De eerste twee delen van dat jaar, die dus de maanden januari tot en met augustus omvatten, vermelden nog J.W. Straatman als redacteur op de titelpagina, het derde deel vermeldt Ten Brink. | |||||
4Amice! Ziehier een paar zeer goede bijdragen voor de afl. v. 1 Juni
Dit laatste is een pseudoniem. Gij hebt nu voor 1 Mei a. Gerlach - 2. AdmiraalGa naar voetnoot9 Hanna de Freule 3. Kritieken. 4. vers. - en nog iets meen ik. Meld mij s.v.pl. den inhoud. Ik herinner mij nog 5. Rooses over de zaak Schoep.Ga naar voetnoot10 | |||||
[pagina 20]
| |||||
[pagina 21]
| |||||
In den laatsten tijd heb ik mijne kollektie Nederland eens nagezien. Sints 1862 ben ik u medewerker geweest.Ga naar voetnoot11 De jaarg. 1863-1864-1865 hebben mijne kinderen in vroeger tijd deerlijk gehavend. 1862 ontbreekt geheel. De jaarg. 1866 ontbreekt No. 3. De jaarg. 1867-68-69 zijn in orde en goeden staat. Van 1870 mis ik No. 6. van 1871 No. 9 en van 1872 No. 4. Zoudt Gij daar iets op weten, om mij wat te kompleteeren. Wanneer ik eens begon met 1866, dan zou het met eene kleinigheid te vinden zijn. Colijn van den Abeele wil onbekend blijven. Gij kunt het natuurlijk onder geheimhouding weten. Het is de auteur, wiens stuk No. 1 staat in onze toekomstige aflev. v. Mei. Geloof mij van harte
17 April. 73 |
|