doorlopen. De grote verdienste van Nederlandse literatuur, een geschiedenis was de veelzijdigheid van de aanpak. Voor het eerst werd in een overzichtswerk de literatuur niet enkel beschreven als een verzameling van teksten, oeuvres en stromingen, maar was er ook aandacht voor het literaire bedrijf, voor lezers en voor de plaats van literatuur in de samenleving. Maar tegelijk weigerde het boek - deels principieel, deels uit noodzaak - om die losse beschouwingen tot een samenhangend verhaal te maken.
In Altijd weer vogels die nesten beginnen is een poging ondernomen om veelzijdigheid en samenhang met elkaar te verzoenen. De veelzijdigheid ervan zit zowel in wat hier verstaan wordt onder ‘Nederlands’ als onder ‘literatuur’. Het gaat over de Nederlandstalige literatuur van Nederlanders, Vlamingen, schrijvers uit voormalig Nederlands-Indië, uit Suriname en de Antillen, mannen en vrouwen, prozaschrijvers en dichters, schrijvers voor volwassenen en voor kinderen, autochtonen en allochtonen. Dat is een keuze die uitgaat van de overtuiging dat de Nederlandstalige literatuur één geheel is, zonder daarom ook op voorhand aan te nemen dat zij een homogeen geheel zou zijn. In de behandeling van dat geheel komen zowel de eigen accenten en de specifieke maatschappelijke inbedding als de onderlinge samenhang tot uiting. Overeenkomsten en verschillen zijn dus geen uitgangspunt van de beschrijving, maar juist het voorwerp ervan.
Literatuur wordt hier in de ruimst mogelijke zin opgevat: teksten, auteurs, stromingen en tendensen, opvattingen en normen, maar ook de manier waarop literatuur gemaakt, verspreid, verkocht, gepromoot, gesteund, beoordeeld en gelezen wordt. Dat brengt mee dat er aanzienlijk meer dan in eerdere literatuurgeschiedenissen aandacht is voor de rol van literaire tijdschriften, literaire kritiek, manieren van uitgeven, boekhandels, subsidies van de overheid, tot en met recente fenomenen als festivals, stadsdichters en literatuur op internet. Literatuur is geen vanzelfsprekendheid met een onveranderlijke essentie, afgescheiden van de wereld daarbuiten. Daarom gaat er ook ruim aandacht naar de verschuivende grenzen ervan en naar de verwevenheid van literatuur met andere kunsten, met maatschappelijke en politieke ontwikkelingen, en naar de manier waarop de Nederlandse literatuur functioneert in een veranderende samenleving.
In dit boek is een poging ondernomen om die veelheid en verscheidenheid onder te brengen in een chronologisch en thematisch samenhangend verhaal. Dat is noodzakelijk een verhaal waarin nu eens de ene verhaallijn de overhand krijgt, dan weer de andere. De ene keer komen literaire werken als protagonisten naar voren, de andere keer poëticale opvattingen of veranderingen in de samenleving, of uitgevers en media. Soms speelt het verhaal zich hoofdzakelijk in