bij de bestudering van verdere literatuur kan voortbouwen. Dat het boek door de inkorting zijn handboekachtige trekken voor een deel heeft verloren, is jammer maar onvermijdelijk. Ik hoop echter dat het ook voor de onderzoeker van waarde zal zijn en daarnaast blijf ik hopen op een herziening (en omwerking) van het leerboek in zijn oude, uitgebreide vorm. De bouwstoffen hiervoor ben ik bezig te verzamelen.
Voor de geschiedenis van het oude leerboek verwijs ik naar het oude woord vooraf. Hier vermeld ik in dankbaarheid de namen van diegenen die mij bij de voorbereiding van de verkorte uitgave van dienst zijn geweest: Mieke van Dalen (registers), Ella van der Hulst (registers), Johan van Lith (persklaar maken van de tekst, registers), Drs. Adriaan van Puffelen (correctie), Drs. Marijke van der Wal (id.) en Rob van der Zalm (registers, correctie). Ik dank ook diegenen die toestemming hebben gegeven voor de overname van kaartjes.
Ik hoop dat het boek in zijn nieuwe vorm velen goede diensten kan bewijzen. Voor op- en aanmerkingen houd ik mij graag aanbevolen.
Oegstgeest, 30 augustus 1986.
C. van Bree