Moortje en Spaanschen Brabander
(1999)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 378]
| |
NawoordVan Gerbrand Adriaenszoon Bredero (1585-1618) zijn naast liedjes en kluchten twee blijspelen het bekendst gebleven: Moortje en Spaanschen Brabander. Ze zijn gemaakt om gespeeld te worden; ook in onze tijd zijn er succesvolle opvoeringen van geweest. Maar al tijdens Bredero's korte leven zijn ze ook gedrukt en moeten ze een leespubliek gevonden hebben, dat in alle rust wilde genieten van de ongekende rijkdom van Bredero's taal en de komische personages en situaties die hij ermee oproept. Juist het feit dat de dichter zo volop putte uit de spreektaal van het volk en zoveel details verwerkte uit de door hem gekende wereld, werpt voor lezers en toeschouwers van bijna vier eeuwen later een barrière op. In onze uitgave van deze twee klassieke teksten uit de Nederlandse letterkunde van de Gouden Eeuw is door verklaringen bij de tekst gepoogd die barrière zoveel mogelijk te slechten. De volgende toelichting biedt daarbij een introductie tot de achtergronden en de inhoud van de twee spelen. Ik vat de intriges hier niet samen; de lezer die de stukken nog niet kent, zal gebaat zijn bij het doornemen van de door Bredero zelf gegeven korte inhoud en lijst van personages voorafgaand aan de teksten (zie respectievelijk blz. 18-21 en 228-231). |
|