Moortje en Spaanschen Brabander
(1999)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 222]
| |
'tBoeck tot den leserVan onverstandighen die selver niet en doghenGa naar voetnoot1
Word ick, hoewel ick sticht, gelastert en belogen:
Niet wonder, want 'tis om dat ick te naect ondeckGa naar voetnoot3
Des werelts guytery en 'talghemeyn ghebreck.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
'kOndeck u niet tot scha verscheyde Boeve-sticken,
Neen ick, maar wel ten dienst, om de verhole strickenGa naar voetnoot6
Te leeren myden, die so heymelijcke zet,
Deez' snoode boose eeuw, daar zelden op gheletGa naar voetnoot8
Wort van de domme jeucht, die'r selven niet can wachten.Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Ick bid u wilt my des onschuldich niet verachten,Ga naar voetnoot10
Maar mint my, leest my wel, ghy sult my dan in steGa naar voetnoot11
Van lasteren achten voor een goede baack in Zee,Ga naar voetnoot12
Van qua manieren, die te myden u ghebodenGa naar voetnoot13
Zeer wyselijcke wort van Garbrandt Brederode.
15[regelnummer]
S. Coster.Ga naar voetnoot15
over-al t'huys. |
|