Liederen
(1985)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 17]
| |
Hereman
Nou laat mij gaan jij ouwe vel,
wat schort je? bin je mal?
Besje
Hoe komt dat gij u zo verhaast?
Ai lieve hou wat stee.
Hereman
Weg, ouwe totebel, gij raast:
wat jij zoekt, zoek ik mee.
Besje
2 Hoe valt u dit zo euvel in,
dat gij mij zo versmaadt?
Hereman
Weg kwijlbab met uw kevelkin,
weg met uw malle praat.
Besje
Ai jongman geef mij wat gehoor,
het is mijn eerste bee.
Hereman
En prevel mij niet meer an 't oor:
wat jij zoekt, zoek ik mee.
Besje
3 Dit schenk ik u, o jonge held!
daartoe mijn lijf en goed.
Hereman
Nu Besje, laat mij ongekweld,
en zoek een gierig bloed.
Besje
Ik maak u, jongeling, zo rijk
als 't water van de zee.
| |
[pagina 18]
| |
[pagina 19]
| |
Hereman
Gij zijt mij al te ongelijk:
wat jij zoekt, zoek ik mee.
Besje
4 Ik zal u houden als een graaf,
in 't goud, in 't zilver stijf.
Hereman
Daarvoor zou ik dan zijn een slaaf
van een verschrompeld wijf.
Besje
Dat kleuter is te wispeltuur,
al is zij blank als snee.
Hereman
En gij zijt mij te nors en zuur:
wat jij zoekt, zoek ik mee.
5 Weg taaie tandeloze best,
weg druipneus, weg roodoog,
ga, haal ien kooltje in uw test
en zet 't vrij wat hoog,
en raas en blaas daar leven in,
en laat mij in mijn vree.
Dit is een meisje naar mijn zin!
Wat jij zoekt, zoek ik mee.
Besje
6 De ouderdom is wijs van raad,
daartoe zuinig en vroed.
Hereman
Gelijkheid in de echte staat
baart vriendschap in 't gemoed:
wat is hier liefelijker ding,
of 't allerdroefste wee,
| |
[pagina 20]
| |
als goe' of geen vereniging?
Wat jij zoekt, zoek ik mee.
7 Al was de rijkdom van uw schat
als al de wereld groot,
en eer ik ze met u bezat,
ik was veel liever dood.
Weg morsebel, gij hebt een gongs,
loop door, gij oude kwee.
Och Bestemoer gij zoekt wat jongs:
wat jij zoekt, zoek ik mee.
|
|