Het weergeven van de tekst uit 1619 biedt geen bijzondere problemen,
behalve voorzover druk A maar éen teken gebruikt als hoofdletter van de
i en van de j: een oud-hollandse kapitaal, die visueel tussen beide in staat,
terwijl de moderne I en J onderling sterk verschillen. Aangezien noch de
consequente toepassing van de I, noch die van de J tot een bevredigend
resultaat leidt, is in dit geval gebruik gemaakt van beide kapitalen, met dien
verstande dat de J systematisch vóor een volgende klinker is geplaatst.
Dit betreft dus alleen de kapitalen; bij de onderkast, waar het gebruik van de
i en de j niet steeds consequent blijkt te zijn, is niet genormaliseerd.
Voor het overige gelden de onderstaande richtlijnen, zoals die in
onderling overleg door de tekstverzorgers van deze Bredero-editie zijn
vastgesteld:
Evidente drukfouten worden in de tekst verbeterd, maar met
verantwoording dienaangaande in de voetnoten.
Een lange
wordt vervangen door een s.
Een schuine streep, in gotisch schrift, wordt vervangen door een
komma.
Een tweevoudige komma, bij dubbelrijm, wordt vervangen door een
tweevoudige schuine streep.
De afkortingen, die een enkele maal voorkomen, worden aangevuld.
Wisseling van lettertype bij gehele reien of liederen wordt niet
gehandhaafd, maar wel in een voetnoot vermeld.
Wisseling van lettertype bij eigennamen, vreemde woorden, korte
citaten enz. binnen de tekst, wordt steeds aangeduid door klein kapitaal, maar
met verantwoording dienaangaande in een voetnoot.
Namen van sprekende personen worden zowel naar de spelling als in
typografisch opzicht genormaliseerd door ze steeds voluit in klein kapitaal
boven de versregels te plaatsen.
Toneelaanwijzingen worden eveneens genormaliseerd door ze steeds
cursief, met de eigennamen voluit, en zonodig door een punt afgesloten, tussen
de versregels te plaatsen.
Bij een toneelaanwijzing die tevens de aankondiging van een volgende
spreker betekent, wordt de eigennaam in klein kapitaal gedrukt, de rest
cursief.
De oorspronkelijke aanduidingen van bedrijven en tonelen blijven
gehandhaafd. Indien ze kennelijk ergens ontbreken of in enig opzicht foutief
zijn, wordt zonodig een regel wit in de tekst tussengevoegd, met verantwoording
dienaangaande in een voetnoot.
Om het oorspronkelijke vers zoveel mogelijk te behouden, worden in
de tekst geen verwijzingstekens geplaatst. Wel worden de versregels per vijftal
genummerd.