‘plagale’: hypodorisch, hypofrygisch enz. Later werd het stelsel uitgebreid met aeolisch (la) en jonisch (do) en hun plagale reeksen. |
lydisch - z. kerktonen. |
madrigaal - literair georiënteerd meerstemmig lied van de 16de en eerste helft 17de eeuw, vooral op Italiaanse tekst (o.a. Monteverdi), ook in het Engels (o.a. Byrd), minder in andere talen. |
menuet - oorspr. Franse dans, ongemeen populair van 17de tot 19de eeuw, aanvankelijk in rustige, galante 3/4 maat. |
mixolydisch - z. kerktonen. |
moresca, morris - verzamelnaam voor vanuit Spanje (?) over Europa verspreide vechtdansen, vaak erotisch of grotesk van aard, solo of in groepsverband uitgevoerd door gecostumeerde dansers met gemaskerde of beschilderde gezichten. De naam herinnert volgens sommigen aan de Moren. De Engelse morris is een nog steeds bestaande ommegang met vergelijkbare elementen, maar wellicht van andere herkomst. |
ostinate bas - Ital. basso ostinato; gelijkblijvende basmelodie of opeenvolging van accoorden, toegepast in o.a. folia, passamezzo en passacaglia. |
passamezzo, passamede - Ital. pass' e mezzo = anderhalve pas (?); oorspr. Italiaanse dans met ostinate bas, vnl. 16de eeuw; wordt vaak gevolgd door saltarello. |
pavane - van Ital. pavo = pauw, waarschijnlijker van Padua; statige dans, meestal in tweedelige maat; wordt vaak gevolgd door gaillarde. |
saltarello - oorspr. Italiaanse dans, snelle 6/8 maat; vaak nadans bij passamezzo. |
sequens - muzikaal gegeven met herhaling(en) op andere toonhoogte(n). Ook: Latijns strofisch gedicht, oorspr. bedoeld bij lange tekstarme Alleluia-melodieën (z. ook trope), later zelfstandige poëtische en muzikale vorm. |
Stollen-vorm, Bar-vorm - driedelige strofevorm aab, waarbij de twee Stollen a, met gelijk rijmschema en melodie, het Aufgesang vormen, b het Abgesang; zelden is er een tweedelig Abgesang bb; voorbeeld: Ein feste Burg. |
ternair metrum - z. binair metrum. |
trope - latere invoeging in Latijnse kerkzang, a) als nieuwe melodie zonder tekst, b) als nieuwe tekst bij bestaande tekstarme melodie, c) als nieuwe melodie met nieuwe tekst, vooral in de Introitus van de mis. De Alleluia-trope is als sequens (z. aldaar) een zelfstandig genre geworden. |
vaudeville - opvolger (volgens sommigen ook voorganger) van de air de cour (z. aldaar): eenvoudig eenstemmig lied, in Frankrijk in de 18de eeuw populair, veel gebruikt in het zangspel (comédie en v.). |
volte - oorspr. Provençaalse dans in snelle driedelige maat, verwant met gaillarde. |