Omvang: 70 verzen, zeven strofen van 10 regels.
Versvorm: jambisch metrum met twee heffingen in de vzn. 1, 3, 5, 6 en 9; drie heffingen in de vzn. 2, 4 en 10, en maar éen heffing in vs. 7 en vs. 8.
Rijmschema: a b a b c c d d c c; de rijmen c, met uitzondering van vs. 10, zijn dubbelrijmen waarin rijm d is opgenomen; vs. 8 is in de meeste gevallen een herhaling van vs. 5 of vs. 6.
Melodie: Matter 1979, blz. 43.
8 een eurtjen: een uurtje, d.w.z. een poosje, niet al te kort. Van Rijnbach 1944 heeft scheurtjen/eurtjen ten onrechte als een afzonderlijk rijmpaar opgevat en scheurtjen (vs. 7; kiertje) dan ook verklaard als schuurtje.
35 Sy vluchten toe: Een andere verklaring van toe dan toen komt niet in aanmerking, al is er nu in de vzn. 35-36 in het rijmwoord geen ander verschil dan uitspraakvariant bij gelijke betekenis.
46 Het: Voorlopig onderwerp; het eigenlijke onderwerp is te vinden in de vzn. 47-48. Dus: datgene wat ik miste maar begeerde, deerde mij; of in iets vrijere vorm: het deerde mij dat ik miste wat ik begeerde.