Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 161]
| |||||||||||||||||||
B.P.M. Dongelmans | |||||||||||||||||||
Beschrijving van de zeventiende-eeuwse edities van Bredero's LiedboekenDe la Fontaine Verwey neemt aan, dat Petrus Scriverius (1576-1660) de eerste editie van Bredero's liederen heeft verzorgd.Ga naar voetnoot1 Het is één van de minstens drie edities waarvan tot op heden geen exemplaar is bewaard gebleven. Ook Tuynman geeft in zijn studie over Scriverius een aantal redenen die leiden naar deze geleerde als samensteller van ‘Brederoos Liedtboekxken tot Leid. by Gov. Basson 1616’.Ga naar voetnoot2 Kon deze eerste editie achteraf de instemming van Bredero hebben, over de tweede uitgave was hij minder tevreden; de door hemzelf verzorgde derde uitgave is dan ook te beschouwen als een directe reactie op de tweede. Helaas zijn ook van deze beide te Amsterdam verschenen uitgaven evenmin exemplaren bewaard gebleven.Ga naar voetnoot3 Pas van de editie uit 1621, waarin de uitgever Cornelis van der Plasse spreekt over ‘dese syne vierde vernieuwinge in den druck’Ga naar voetnoot4, bezitten we een tastbaar bewijs in de vorm van een vooralsnog uniek exemplaar in de Koninklijke Bibliotheek. Hieronder volgt de beschrijving van dit exemplaar alsmede die van de andere zeventiende eeuwse edities van Bredero's liederen, nl. uit 1622, 1644 en 1677. De beschrijvingen zijn gebaseerd op een aantal in Nederlandse bibliotheken aanwezige exemplaren zonder dat in deze naar een volledige census is gestreefd.Ga naar voetnoot5 Voor de verhouding tussen de vier overgeleverde edities verwijs ik naar de studie van Gerritsen uit 1975. | |||||||||||||||||||
[pagina 162]
| |||||||||||||||||||
1621Geestigh | Liedt-Boecxken/ | door | G.A. Bredero, | Amsterdammer. | t'Amsteldam, | [lijn] | Voor Cornelis Lodowijcksz. vander Plasse, Boeck- | verkooper, woonende op den hoek vande Beurs, | in d'Italiaensche Bybel. 1621 | |
Coll.: oblong 16mo-in-achten: A-S8 (-S8 (blanco?)); 143 folia, p. [I-XVI], 1-130, [131-134], 135-227, [228], 229-264, [265-270]; (drukfout ‘179’ i.p.v. 169).
Ex. KBH 174 G 18
Alr: titelpagina; Alv: ‘Tot den Leser.’ Ondertekend: ‘VL. Dienst-willighen Cornelis Lodewycksz. vander Plasse.’; A2r-A6r: ‘Voor-Reden Van G.A. Brederoos Gheestigh Lied-Boecxken/ by hem selven uyt-ghegheven.’ Ondertekend: ‘Eer, en dienst-schuldighe Vrundt en Dienaar G.A. Bredero’; A6v: ‘Aen de Lief-hebbers.’; A7r: portret van Bredero in lauwerkrans, naar links, met eronder zijn spreuk ‘'t kan verkeeren’; A7v: blanco; A8r: gravure; A8v: blanco; B1r-K1v: ‘Geestigh Lied-Boecxken’, de liederen; K2r: ‘G.A. Brederoos Kleyne Bron der Minne.’; K2v: blanco; K3r: gravure; K3v: blanco; K4r-Q2r: de liederen; Q2v: blanco; Q3r-S4v: ‘Aendachtighe Liedekens’, de liederen; S5r-v;: ‘Register van 't Gheestigh Lied-Boecxken.’; S6r-v: ‘Register vande kleyne Bron der Minne.’; S7r: ‘Register vande Aendachtighe Liedekens.’; S7v: ‘Den drucker tot den Leser.’; S7v: colofon: t'Amsterdam, | [lijn] | Gedruckt by Paulus van Ravesteyn. | Anno 1621. | | Opm.: - Vgl. Unger 1884, p. 13-14, onder D. | |||||||||||||||||||
1622Boertigh, Amoureus, en Aendachtigh | Groot Lied-boeck | Van | G.A. Brederode, | Amsteldammer. | Verçierd Met vele Klinckers, oock Bruyds-lof en Klaeg- | Dichten. Door-mengeld met Sin-rijcke Beeltenissen. Alles tot | vermaeck en nut der Ieughet, Sampt allen | Lievers der Rijm-konst. | t'Amstelredam, | [lijn] Voor | Cornelis Lodowijcksz: vander Plasse, Boeck-verkooper, wonende op den | hoeck van de Beurs, in d'Italiaensche Bybel 1622. | Met Privilegie voor ses Iaren. | |
Coll.: 4o oblong: *4-4*4, A-P4, 2A-N4, 3A-H4; 76 folia, p. [I-XXXII], [1-3], 4-72, 65-72, 73-111, [112]; 52 folia, p. [1-4], 5-103, [104] (drukfouten ‘11’ i.p.v. 10 en ‘10’ i.p.v. 11, ‘37’ i.p.v. 73 en ‘70’, ‘71’, ‘72’, ‘73’, ‘74’, ‘75’, ‘76’ i.p.v. 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96); 32 folia, p. [1-2], 3-62 [63-64] (drukfout ‘44’ i.p.v. 54) | |||||||||||||||||||
[pagina 163]
| |||||||||||||||||||
*1r: titelpagina van het gehele werk (zie hierboven); *1v: ‘Extract uyt de Previlegie.’ Ondertekend: ‘C. Aerssens.’; *2r: gravure met hierin: ‘Groot Liedboeck | Van | G.A. Bredero | Amsteldammer. | 1622. | T'Amsteldam, | By Cornelis Lodewyx | vander Plasse. | |; *2v: blanco; *3r-v: ‘Tot den Sang-gierighen Leser:’ Ondertekend: ‘V lieden dienstwillighen Cornelis vander Plasse.’; *4r-v: ‘Voor-Reden van G.A. Brederoos Gheestich Liedt-Boecxken/ by hem selven uyt-ghegheven.’ Ondertekend: ‘Eer, en dienst-schuldige Vrundt en Dienaar G.A. Bredero.’; 2*1r- 3*1r: ‘Apollo Den Voor-sangher der Musen, spreeckt tot de Nederlandsche lonckheydt.’ Ondertekend: ‘'t Kan verkeeren.’; 3*1v: drempeldicht zonder titel, ondertekend: ‘Virtutem Fortuna timet. R.L.’ en drempeldicht: ‘In Effigiem.’ Ondertekend: ‘R.L.’; 3*2r: gegraveerd portret van Bredero, naar rechts, met boven het hoofd: ‘'t kan verkeeren’. Onder het portret: ‘Gerbrand Adriaensz Brederode Amsteldammer is gheboren in 'tJaer 1585, den 16.en Maert, ghestoruen den 23.en Aug.ti des Jaers 1618, op d'uer zyns gheboortes tusschen 9. ende 10 ueren 's voormiddaghs.’ Links van het portret een tweetal drempeldichten van ‘S.C.’ en ‘I.v.V.’ en rechts ervan een tweetal drempeldichten van ‘H.C.H.’ en ‘P.S.’; 3*2v: ‘In Editionem Poëmatum, nobilissimi Batavi Poëtae Gerbrandi Brederodij.’ Ondertekend: ‘H.C. Hooft.’; 3*3r-v: ‘Tot Lof vande Voor-treffelijcke Rymer G.A. Brederode.’ Ondertekend: ‘Waarde Liefde blijft.’; 3*4r: ‘Sonnet.’. Ondertekend: ‘Hope troost.’; 3*4v: ‘Sonnet’. Ondertekend: ‘G.G. Wie faalt mach keeren.’; 4*1r: ‘Lof-Dicht.’ Ondertekend: ‘S.C.’; 4*1v: ‘Eer-Dicht.’ Ondertekend: ‘I.I. Scheep-maker.’; 4*2r-v: ‘Register Van Het Boertigh Lied-boeck.’; 3*3r-v: ‘Register Vande Bron der Minnen.’; 4*4r: ‘Register van 't Aendachtigh Liedt-Boeck.’; 4*4v: ‘Sonnet.’ Ondertekend: ‘Wie ghenoeght?’. Alr: titelpagina: Boertigh Liedt-boeck | Van | G.A. Brederode, | Amsterdammer. | [vignet: vogel met uitgeslagen vleugels, waaronder links en rechts mensfiguren en onder de vogel een mensenhoofd] | t'Amstelredam, | [lijn] | Voor Cornelis Lodowijcksz: vander Plasse, | Boeck-verkooper, woonende op den hoeck vande Beurs, | in d'Italiaensche Bybel. Anno 1622. | Met Privilege voor ses Iaren. | |; Alv: ‘Extract uyt de Previlegie.’ Ondertekend: ‘C. Aerssens.’; A2r: ‘Sonnet.’ Ondertekend: ‘'tKan verkeeren.’; A2v: gravure; A3r-P4v: de liederen; 2Alr: titelpagina: De | Groote Bron | Der Minnen. | Van | G.A. Brederoo | Amsterdammer. | [vignet: krulornament] | T'Amsteldam, | [lijn] | Voor Cornelis Lodewijcksz vander Plasse/ Boec-verkoop= | per/ woonende op de Beurs in d'Italiaensche Bybel. 1622. | [lijn] | Met Privilegie voor ses Iaren. | |; 2Alv: ‘Extract uyt de Privilegie.’ Onderte- | |||||||||||||||||||
[pagina 164]
| |||||||||||||||||||
kend: ‘C. Aerssens.’; 2A2r: gravure; 2A2v: blanco; 2A3r-N4v: de liederen; 3Alr: titelpagina: Aendachtigh Liedt=Boeck | Van | G.A. Brederode, | Amsterdammer. | [vignet: als op A1r] t'Amstelredam, | [lijn] | Voor Cornelis Lodowijcksz: vander Plasse, | Boeck-verkooper, wonende op den hoeck vande Beurs, | in d'Italiaensche Bybel. Anno 1622. | [lijn] | Met Privilege voor ses Iaren. | |; 3Alv: ‘Extract uyt de Privilegie.’ Ondertekend: ‘C. Aerssens.’; 3A2r: ‘Een Sekere Harts-tocht...’ enz. Ondertekend: ‘'t Kan verkeeren’; 3A2v: gravure; 3A3r-H4r: de liederen; 3H4v: blanco.
Opm.: -Vgl. Unger 1884, p. 14-17, onder E. | |||||||||||||||||||
[pagina 165]
| |||||||||||||||||||
1644Boertigh, | Amoreus en aendachtigh | Liedt-Boeck | Van | G.A. Brederode, | Amsterdammer. | [portret van ‘Gerrit-Adriaensen-Brederoo’ naar links, binnen een lauwerkrans] | t'Amstelredam, | [lijn] | Voor Ioost Hartgers, Boeck-verkooper in | de Gast-huys-steegh, in de Boeck-winckel, Anno 1644. | |
Coll.: 8o: A-D8; 32 folia, p. [I-IV], 1-15, [16], 17-35, [36], 37-56, [57-60].
Alr: titelpagina (zie hierboven); Alv: blanco; A2r-v: ‘Voor-Reden Van G.A. Brederoos Geestigh Liedt-Boeck/ By hem selven uytgegeven.’ Ondertekend: ‘Eer, en dienst-schuldige Vrundt en Dienaar G.A. Brederoo.’; A3r-B2r: ‘Boertigh Liedt-Boeck.’, de liederen; B2v: ‘Register Van 't Boertigh Liedt-Boeck.’; B3r-C4r: ‘G.A. Brederoos Bron der Minnen.’, de liederen; C4v: blanco; C5r-D7r: ‘G.A. Brederoos Aendachtigh Liedt-Boeck.’; D7v: ‘Register Van de Bron der Minnen.’; D7v-D8r: ‘Register van 't Aendachtigh Liedt-boeck.’; D8r: colofon: ‘'t Haerlem, | [lijn] | Gedruckt by Thomas Fonteyn, Inde Bartel- | Ioris-straet, Inde Gekroonde Druckery, Anno 1644. | | ; D8v: blanco.
Opm.: -Vgl. Unger 1884, p. 7 en 17, onder D resp. F. | |||||||||||||||||||
1677Boertigh, Amoreus, en Aendachtigh, | Liedt-Boeck | Van den Geest-rijcken Poëet | G.A. Brederode, | Amsterdammer. | Van nieuws oversien, en van veel fauten gesuyvert. | [portret van ‘Gerbrant Adriaense Bredero Amsterdammer.’, naar rechts, in lauwerkrans; hierboven: ‘'t kan verkeren’] | t'Amsterdam, | By Jan Claesz. ten Hoorn, Boek-verkooper, over | 't Oude Heere Logement. Anno 1677. | | | |||||||||||||||||||
[pagina 166]
| |||||||||||||||||||
Coll.: 8o, A-D8; 32 folia, p. [I-II] 1-62
Alr: titelpagina (zie hierboven); Alv: Voor-Reden Van G.A. Brederoos Geestigh Liedt-Boeck. By hem selven uyt-gegeven.’ Ondertekend: ‘Eer, en dienst-schuldige Vrundt en Dienaer G.A. Brederoo.’; A2r-B3v: ‘G.A. Brederoos Boertigh Liedt-Boeck.’, de liederen; B4r-C6r: ‘G.A. Brederoos Bron der Minnen.’, de liederen; C6v-D8v: ‘G.A. Brederoos Aendachtigh Liedt-Boeck.’, de liederen; D8v: registers.
Opm.: -Vgl. Unger 1884, p. 17-18, onder G. | |||||||||||||||||||
Geraadpleegde literatuurDe la Fontaine Verwey 1970: H. de la Fontaine Verwey: ‘Bredero en zijn stad’. In: Rondom Bredero, Een viertal verkenningen. Door A.G.A. Bachrach, H. de la Fontaine Verwey, [e.a.] Culemborg, 1970, p. 9-24. Gerritsen 1975: J. Gerritsen: ‘De tekst van Bredero's Liedekens’. In: Taal- en letterkundig gastenboek voor prof. dr. G.A. van Es. Groningen, 1975, p. 203-210 Van Selm 1978: B. van Selm: ‘Nieuwe provenancegegevens en niet gelokaliseerde bronnen uit veilingcatalogi’ In: Dokumententaal 7 (1978), p. 15-19 Van Selm 1982: B. van Selm: ‘Prijzen van Bredero's liedboeken’. In: Dokumententaal 11 (l982), p. 18-19 Tuynman 1977: P. Tuynman: ‘Petrus Scriverius 12 January 1576 - 30 April 1660’. In: Quaerendo 7 (1977), p. 4-45 Unger 1884: J.H.W. Unger: G.Az. Bredero, Eene bibliographie. Haarlem, 1884. Ik heb het handexemplaar van drs. B. van Selm te Leiden ter beschikking gehad. Van zijn verzamelde aantekeningen mocht ik dankbaar gebruik maken. |
|