Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 481]
| |
CXLVII Liedeken
Op de Wyse: Wellustige jongelingen, dat eedele
Snachts rusten meest de dieren,Ga naar voetnoot1
Oock menschen goet, en quaat,
En mijn Lief goedertieren
Is in een stille staat:Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Maer ick moet eensaam swieren,Ga naar voetnoot5
En cruysen hier de straat.Ga naar voetnoot6
Ick sie het swierich dryven,Ga naar voetnoot7
Ick sie de claare Maan
Ick sie dat ick moet blyven
10[regelnummer]
Alleen mistroostich. staan,
Ach lief wilt my gheryvenGa naar voetnoot11
Met troostelijck vermaan.Ga naar voetnoot12
Ach Lely hoogh verheeven
Verheven in mijn sin,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Mijn hoope van mijn leven,
Ghewenste, schoon Vriendin,
Wilt my u jonstich ghevenGa naar voetnoot17
Een lieve weder min.
Met hoop en vrees bevanghen
20[regelnummer]
Met een ghestaeghe stryt
Van sorghen en verlangenGa naar voetnoot21
| |
[pagina 482]
| |
Verwacht ick nu ter tijdt
Van u myn troost t'ontfangenGa naar voetnoot23
t'Woort, daar men lang om vrijt.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Myn vruchteloos verwachten
Myn commer niet en blust,Ga naar voetnoot26
Sult ghy my heel verachtenGa naar voetnoot27
Och voester van mijn lustGa naar voetnoot28
Maer siet ick onbedachteGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
Claagh nu, sy leyt en rust.Ga naar voetnoot30
Och slaapt ghy myn behagen,
Dewyl ick doe myn clacht?Ga naar voetnoot32
Wat baat my dan myn claagen
Nu ghy den dooven slacht,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Ick salt gheduldich draagen,
Ick wensch u goede nacht.
Adieu Prinsesge jeughelijckGa naar voetnoot37
Mijn Vrou van mijn gemoet:Ga naar voetnoot38
Adieu en droomt gheneughelijck,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
En slaapt gerust en soet:
Ach tis my soo onmeuchlijck,
Te rusten als ghy doet.Ga naar voetnoot42
|
|