Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 436]
| |
CXXXII Een Liedt
Op de Wijse: Het was een Rijck Burgers kint
Ach strenghe Liefd ghy schijnt seer soetGa naar voetnoot1
En lieff'lijck int beginne
Maer die u vind in teghespoet,Ga naar voetnoot3
Die moet met smarte Minne
5[regelnummer]
Soo ghy aen my mach't leerenGa naar voetnoot5
Die door te seer begheeren
Van Liefde sterf
Om dat ick derfGa naar voetnoot8
Mijn Lief soo menich werf.
10[regelnummer]
Als ick des daachs verby haar gaa
En meen in Huys te snappenGa naar voetnoot11
Een yghelijck die siet my naaGa naar voetnoot12
Dies vrees ick dan voor 'tklappen,Ga naar voetnoot13
Mijn opset moet verand'renGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
En ick gaa dan vast wand'renGa naar voetnoot15
Ja gins en weerGa naar voetnoot16
Op ende neer
Tot dat ick 'thuys waarts keer.
Wil ick des avens by haar gaanGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Om met haar wat te spreecken
Soo sie ick imant by haar staan
Of wert van die bekeeken,Ga naar voetnoot22
| |
[pagina 437]
| |
'tDoet mijn wel heele nachten
In een stoep sitten wachten,Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Ghekreuckt, ghekromtGa naar voetnoot25
Wel dicht vermomt,Ga naar voetnoot26
Tot dat dander uyt komt.Ga naar voetnoot27
Als ick in mijn eenigheyt streefGa naar voetnoot28
In mijn bedroefde klachten
30[regelnummer]
Och t'is gheen leeven dat ick leefGa naar voetnoot30
Maar swaare doot te achten,
Want mijn Liefgiens afweesen
Doot mijn door duysent vreesen,Ga naar voetnoot33
Dus t'herte raastGa naar voetnoot34
35[regelnummer]
En denckt verbaestGa naar voetnoot35
Een ander is de naest.Ga naar voetnoot36
Wel opentlijck ick hier beken
Dat ick haar niet kan laatenGa naar voetnoot38
En als ick schoon al by haar benGa naar voetnoot39
40[regelnummer]
'K en kan niet metter praaten,Ga naar voetnoot40
Noyt kunst sy van myn hoordenGa naar voetnoot41
Maar veel ghebrooken woorden,
Daer Liefde sietGa naar voetnoot43
t'Vernuft ghebiet
45[regelnummer]
Is de reden te niet.
| |
[pagina 438]
| |
Och Lief hoe dick heb ick versochtGa naar voetnoot46
Mijn Minne te bedeckenGa naar voetnoot47
Dus nam ick voor te doen een tocht
Om buyten t'Slans te trecken,
50[regelnummer]
Doen ick de Zee aenschoude
Terstont het mijn beroude,
Ick kreech berou
Dat ick soo sou
Verlaaten mijn Jonckvrou.
55[regelnummer]
Als ick haer bruyne Oghen sieGa naar voetnoot55
Soo moet ick mijn vergaapenGa naar voetnoot56
In haar soo schoone schoonscheyt die
Soo Heerlijck is gheschaapen,
Dat my niet kan verveelenGa naar voetnoot59
60[regelnummer]
Het ghesicht of het streelenGa naar voetnoot60
Van haar aenschijn
Och wou sy mijn
Soo trou als ick haar syn.
En of't mijn schoon na wensche ghinghGa naar voetnoot64
65[regelnummer]
Na langhe trouwe proeveGa naar voetnoot65
Dat sy my tot haar Lief ontfingh,Ga naar voetnoot66
Een dingh sou ons bedroeven,
Want siet ons ghesintheydenGa naar voetnoot68
Syn int gheloof verscheyden,Ga naar voetnoot69
70[regelnummer]
Dit maeckt altijdt
Een harden strijdt
Op 't laast of haat en nijt.
| |
[pagina 439]
| |
Al wat de Heere heeft versienGa naar voetnoot73
Kan gheen mensche beletten
75[regelnummer]
En ist Goods wil het sal gheschien,
Na schickingh syner wettenGa naar voetnoot76
Wat wil ick mijn dan quellen
'K sal mijn betrouwen stellen,
Op God diet al
80[regelnummer]
Best schicken salGa naar voetnoot80
In allerley gheval.Ga naar voetnoot81
|
|