Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 314]
| |
LXXXIX Amoureus - Liedtjen
Op de Voys: Phebus die is lang over die Zee
Nu dobbert myn Liefje op de ree
Op de woelende springhende baaren
Vande wytluchtighe groote ZeeGa naar voetnoot3
Dien hy elacy! nu sal bewaren:Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Vaart heen, vaart heen vaart voorde windt
En denckt altoos waar datje sintGa naar voetnoot6
Op haar die u bemindt.Ga naar voetnoot7
Och had ick twee ooghen als de Son
Die de gantsche Werelt beschouwen
10[regelnummer]
Of dat ickje troosje volghen conGa naar voetnoot10
Ick souw u steets gheselschap houwen:Ga naar voetnoot11
Maar of't lichamelijck niet gheschiet
Vermits de eerbaarheyt 'tmijn verbiedt
Mijn Ziel en latet niet.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
En al mis ick Dedalus kunstGa naar voetnoot15
Die door de Lucht syn Lief con draghenGa naar voetnoot16
Ick sal u gheleyden: met mijn gunstGa naar voetnoot17
Mijn waarste Lief, mijn wel behaghen
Waar ick ontslaghen vant lodsich vleysGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Myn Geest trock met u op de reys
Nu doetet mijn ghepeyns.
| |
[pagina 315]
| |
Waar ick versien met Stentors stem,Ga naar voetnoot22
Ick souw ghedurich met u spreecken
Maar laas! mijn keeltjen te cleen by hemGa naar voetnoot24
25[regelnummer]
Kan door de Wolcken soo niet breecken
Dan doch al vaardy noch eens soo vartGa naar voetnoot26
Ick sal nochtans in druck en smart
U spreecken met mijn hart.
Had ick Medeas TovercrachtGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
Ick sou Aeolus in syn KlippenGa naar voetnoot30
Bekollen met syn volle machtGa naar voetnoot31
Dat niet een wintje hem sou ontslippen
Of borster een stoocker uyt syn sackGa naar voetnoot33
Die sou ick in u seylen strack
35[regelnummer]
Gaan stuuren met ghemack.Ga naar voetnoot35
De winden 'twater en de vloet
Hipplende Starren en vaste PolenGa naar voetnoot37
Die worden nu mijn hoochste goetGa naar voetnoot38
Mijn Lief, mijn licht, mijn leven bevolen
40[regelnummer]
O goedertieren Gode vermaartGa naar voetnoot40
O regheerders van Hemel en aart
Mijn waarde Ceyx bewaart.Ga naar voetnoot42
| |
[pagina 316]
| |
Alcyone u lieve Bruyt die schreytGa naar voetnoot43
t'Hart wil heur van droefheyt scheuren
45[regelnummer]
Om dattet dus buldert, stormt, en waytGa naar voetnoot45
Doet u Tortelduyfje niet dan treuren
O Ceyx! o Ceyx! waardighen Man!
Wat hartseer gaat u Vroutjen an,Ga naar voetnoot48
Die van u niet syn en can.Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Nu dobbert mijn Liefje op de ree
Op de woelende springhende baaren
Vande wytluchtighe groote Zee
Die hy Elacy! nu sal bewaaren
Vaart heen! vaart heene! vaart voorde wint
55[regelnummer]
Maar denckt altoos waar datje bint
Om haar die u bemindt.
|
|