Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 252]
| |
LXVII Liedeken
Stem: Amaril de deken sacht, vande nacht, &c.
Die sich veynst, waent of vermeet,Ga naar voetnoot1
Dat hy weet
't Geen hy niet en weet te weten,Ga naar voetnoot3
Werd met recht van elck bespot,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Ja een sot,
Of goed-dunckende geheeten.Ga naar voetnoot6
Die alleen zijn oogen slaet
Op 't gewaet,
Sonder eens na deughd te kijcken;Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Machmen die door dit gebreck,Ga naar voetnoot10
By een Geck
Om zijn geckheyd niet gelijcken?
Die boven alle dingen acht
Het geslacht,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Sonder de persoon t'aenschouwen;Ga naar voetnoot15
Machmen die oock niet wel voor
Dwaes of DoorGa naar voetnoot17
Om zijn grove sotheyd houwen?
Die by een leelijck mensch verselt,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Om het geld,
| |
[pagina 253]
| |
Met een weer-sin gaet vernachten,Ga naar voetnoot21
Machmen die met alle recht
Niet voor slechtGa naar voetnoot23
Of voor eenen gouwt-nar achten?Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Die al waent, en houwt voor goedtGa naar voetnoot25
't Geen hy doet,
En eens anders acht voor leuren,Ga naar voetnoot27
Datmen die in sulck geval
Noemde mal,
30[regelnummer]
Souwmen daer oock an verbeuren?Ga naar voetnoot30
Die staegh op een ander siet,Ga naar voetnoot31
Scheld en schietGa naar voetnoot32
Met veel spitse woorden vinnigh,Ga naar voetnoot33
En die sich selfs niet en kanGa naar voetnoot34
35[regelnummer]
Recht sien an,
Noemt men die oock niet uytsinnigh?
Die men klaer voor oogen leyd
Zijn dwaesheyd
Sonder omslagh of bewimpel,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Die zijn trouwen vrunden raedGa naar voetnoot40
Grootsch versmaed,Ga naar voetnoot41
Die acht ick noch nesck en simpel.Ga naar voetnoot42
| |
[pagina 254]
| |
Ghy waert so quaed doen ick sey,Ga naar voetnoot43
Dat de keyGa naar voetnoot44
45[regelnummer]
U achter 't oor leyd en lottert:
't Is mijn schult, 't is waer, ick kent,Ga naar voetnoot46
Want ghy bent
Maer een onbeschaemde spottert.
Spiegeld in dees spiegel wel,Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Niet u vel,Ga naar voetnoot50
Om dat cierlijck op te toyen,
Vind ghy eenigh vuyl of swart
In u hart,
Soeckt dat wijslijck uyt te royen.Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
Als ick (Lief) in mijn selfs ga,
En sie na
Al mijn eygen liefdsche trecken,Ga naar voetnoot57
So dunckt my dat ick in mijnGa naar voetnoot58
Alles vijnGa naar voetnoot59
60[regelnummer]
Dat ick in and're wil begecken.Ga naar voetnoot60
|
|