Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 177]
| |
XLV Liedt
Stemme: Si cest pour mon Pucellage &c.
Wilt aenschouwen met medoogen,
Naer u heusheyts aert bequaemGa naar voetnoot2
't Gheen dat ick te clagen schaem:
Laes, ghy siet de proef voor oogenGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Van 't gheclach, daer ick van raemGa naar voetnoot5
In 't gedicht op uwen Naem.Ga naar voetnoot6
Ach, hoe licht is dit te merckenGa naar voetnoot7
Aen myn quynende gelaet,
De waerheyt van dees droeve staetGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Als ghy siet myn sotte wercken
Dat 'k u volch, waer dat ghy gaet,
Daer ghy nochtans myn dienst versmaet.Ga naar voetnoot12
Laestent ('t is my noch indachtich,)
Steurd ick Neeringh onverhoets,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Doch ick wens u alles goets:
Soud ghy daerom wel waerachtich
Van my begheeren meerder boetsGa naar voetnoot17
Als dees gheleden teghenspoets?
| |
[pagina 178]
| |
Beeld 't u Vrouwelijck in, mijn vrouwe,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Dat ghy oock de Vrouwen slacht,Ga naar voetnoot20
Die van Naturen sijn heel sacht,
Daer ick u oock sal voor houwen,
Maer wanhoop seyt dach en nacht;
Wel ghesien maer weynich gh'acht.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Vliet dan haestich, o myn dachten!
In het herde hart, geveert,Ga naar voetnoot26
d' Inwendighe sinnen leert,Ga naar voetnoot27
En druckt vry in haer ghedachten
Dat haer deucht mijn ziel verheert,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Op dat haer mijn druck eens deert.Ga naar voetnoot30
Ruymt doch u quade wreethedeGa naar voetnoot31
Mijn Princes, die 't hert ghebiet,
Hoe wel u slaef u dit hiet,Ga naar voetnoot33
Verschoont my doch door myn bedeGa naar voetnoot34
35[regelnummer]
Soo boven 't behoor gheschietGa naar voetnoot35
Ghenoeght u aen dit verdriet.Ga naar voetnoot36
Coortsen hiet het lichaem schaden,Ga naar voetnoot37
Hieter Coortsen quelt myn ziel,
Noyt hittigher vier en vielGa naar voetnoot39
40[regelnummer]
Om d' inwendich mensch te braden,Ga naar voetnoot40
Als min, die my ontroert hielGa naar voetnoot41
Het vernuft en 't beckeniel.Ga naar voetnoot42
| |
[pagina 179]
| |
Princes, lief, in mijn af-wesen,
Denckt om my als 't komt te pas,Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Neemt dit lied in handen ras:Ga naar voetnoot45
Willet singhen ofte lesen
Of ick u eens hulp, helas!
Ick wou ick altijdt by u was.
|
|