Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 112]
| |
XXIV Liedt
Stemme: Pavane d' Espangien
Al mijn begeerlijckhedenGa naar voetnoot1
Gaen noch in liefde voort:Ga naar voetnoot2
Hoe wel dat mijn gebeden,
Of 't alderminste woort
5[regelnummer]
Niet meughen zijn verhoort
Van u, o mijn vriendin!Ga naar voetnoot6
Dien ick met hart, en sin,
Doch hopeloos bemin.
Die mint 't gheen hy moet derven,
10[regelnummer]
Sijn meerder, off partuur,Ga naar voetnoot10
Die sterreft voor sijn sterven,
Duysent mael in een uur.
Och lieff, t' valt my soo suur,
Ja een hart dootlijck leyt,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Dat d'onghelegentheytGa naar voetnoot15
Ons van den and'ren scheyt.
Mijn Gaerne brant van minnenGa naar voetnoot17
Blijft onbluslijck, en groot,
Ick sal met trouwe sinnen
20[regelnummer]
(Hoe seer van hoop ontbloot)
| |
[pagina 113]
| |
U lieven tot mijn doot.
O soet maagdeken teer!
Die ick na mijn begheerGa naar voetnoot23
Niet ghenoegh prijs en eer.
25[regelnummer]
Godt weet, 't gheen voor de menschen
Is onsienlijck en bedeckt,Ga naar voetnoot26
En na wat wit mijn wenschenGa naar voetnoot27
Sich t' eenemaele streckt,
En hoe mijn herte treckt
30[regelnummer]
Na uwe frissche jeucht,
En u bloeijende deucht
Is mijn ghewenschte vreucht.
Moet ick (soo 't schijnt) ontberen
U, om t'geen dat ghy weet,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
So durf ick u wel sweren
Met een seer hooghen eedt,
Dat ick sal draghen leedt
Niet met rou-cleeders swart,Ga naar voetnoot38
Maer binnen in mijn hart,
40[regelnummer]
Daer 't niet ghesien en wert.Ga naar voetnoot40
Maer wou Fortuyn eens wenden,Ga naar voetnoot41
Of was 't Godts lieven wil,
Een goet middel te senden
Om slechten het gheschilGa naar voetnoot44
45[regelnummer]
Dat tusschen ons eens vil:
Och een soo eenich stuckGa naar voetnoot46
Sou dooden haest myn druck;Ga naar voetnoot47
Ach! had ick dat gheluck.
| |
[pagina 114]
| |
Ick sou van blijdschap springhen,
50[regelnummer]
En singhen seer verblijd,
Hoe dat des wereldts dinghen
Verkeeren metter tijd,
Tot troost van die noch lijd
Van minne soet ghewelt,Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
Eer hem wan-hope quelt,
Die 't ghemoet seer ontstelt.Ga naar voetnoot56
Princes ick sal verwachtenGa naar voetnoot57
U graci met gheduld,Ga naar voetnoot58
En hoop dat ghy myn clachten
60[regelnummer]
Noch eens verhooren sult:
Als de maat is vervult
Van uwe wreetheydt straf,Ga naar voetnoot62
Die haest moet nemen af;Ga naar voetnoot63
Of ghy brenght my in 't graf.
|
|