Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 45]
| |
I SonnetTot sulcken grootheydt sal Amstelredam noch komen,
Dat sy in treff'lijckheyd sal overwinnen RomenGa naar voetnoot2
In deftigheyd van Raed, in Mannelijck gewelt.Ga naar voetnoot3
In Ooreloghs-beleyd, in Machtigheyd van gelt.
5[regelnummer]
Dat haer geblasen Faem sal snorren door de VVolcken,Ga naar voetnoot5
En dreygen met ontsagh de wijt-gelegen volcken,Ga naar voetnoot6
De Geel en Swarte-Moor, de Turck en Persiaen,Ga naar voetnoot7
Die sal haer mogentheydt om hulpe smeecken aen,Ga naar voetnoot8
En onder handelingh met haer als vrienden plegenGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Met Wissel, of met Waer, nae dattet komt gelegen,
En doen gelijckelijck af-breuck en weder-stantGa naar voetnoot11
Den Spaengiaert, vyandt van ons waerdigh Vaderlandt,
Al door 't bestieren van Godes voorsienicheden,
En 't heerelijck beleydt der Staten onser Steden.Ga naar voetnoot14
|
|