Gezelschapsliederen Oud en Nieuw
(1875)–M.A. Brandts-Buys– Auteursrechtvrij
[pagina 131]
| |
Het liedje van de molenaarster.1.[regelnummer]
Toen ik voor 't eerst langs een mo - len kwam,
van sja-rum, sja-rum, fal - de - ral - de - ra!
Toen ik voor 't eerst, wie - de - wie - de - wiet,
Toen ik voor 't eerst langs een
mo-len kwam,Ga naar voetnoot1)
2.[regelnummer]
Zag ik een aardig meisje staan,
Van sjarum, sjarum, falderaldera -
Zag ik een aardig - wiedewiedewiet -
Zag ik een aardig meisje staan.
3.[regelnummer]
Ik vroeg of zij met mij wou gaanGa naar voetnoot2),
Van sjarum, enz. enz.
Ik vroeg of zij - wiedewiedewiet -
Ik vroeg enz. -
| |
[pagina 132]
| |
4.[regelnummer]
Ze zeide van neen, maar ze meende van ja,
Van sjarum, enz. enz.
Zij zeide: neen - wiedewiedewiet -
Zij zeide van neen, enz.
5.[regelnummer]
Toch werden wij tweeën, man en vrouw,
Van sjarum, enz., enz.
Toch werden wij - wiedewiedewiet,
Toch werden wij tweeën enz.
6.[regelnummer]
En wie nu langs den molen gaat,
Van sjarum, enz. enz.
En wie nu langs - wiedewiedewiet,
En wie nu langs enz.
7.[regelnummer]
Die ziet er een mulder met zijn vrouw,
Van sjarum, enz. enz.
Die ziet 'r een mulder - wiedewiedewiet -
Die ziet enz.
8.[regelnummer]
Die leven daar in liefde en trouw,
Van sjarum, enz. enz.
Die leven daar - wiedewiedewiet -
Die leven enz.
9.[regelnummer]
En hiermede is het liedje uit,
Van sjarum, enz. enz.
En hiermede is - wiedewiedewiet -
En hiermede is enz.
Gewijzigd Volkslied. |
|