Gezelschapsliederen Oud en Nieuw
(1875)–M.A. Brandts-Buys– Auteursrechtvrij
[pagina 105]
| |
heel kloek - moe - dig aan ge - daan;
ver - tel van uwGa naar voetnoot1) rei - zen, ver - tel, Jur - ri - aan!
2.[regelnummer]
Ik zocht, vooreerst, den Noordpool op:
Daar heeft men koude dagen;
Ik schudde mijn besneeuwden kop
En dacht aan haard en magen.
Daar hebt gij |: heel kloekmoedig :| aan gedaan;
Vertel nu maar verder, vertel, Jurriaan!
3.[regelnummer]
In Groenland was men magtig blij,
Een vreemden gast te onthalen;
Men schonk den traankroes vol voor mij:
Ik liet mijn glas verschalen.
Daar hebt gij |: heel kloekmoedig :| aan gedaan;
Vertel nu maar verder, vertel, Jurriaan!
4.[regelnummer]
Geen dommer volk dan de Eskimos,
Geen trotscher daarenboven;
Een hunner schold ik voor een os:
Hij wou mij niet gelooven.
Daar hebt gij |: heel kloekmoedig :| aan gedaan;
Vertel nu maar verder, vertel, Jurriaan!
5.[regelnummer]
Nu dacht ik, in Amerika
Valt nog wat nieuws te ontdekken:
De glorie wenkt! vaart wel, ik ga,
Gij platgeneusde gekken!
Daar hebt gij |: heel kloekmoedig :| aan gedaan,
Vertel nu maar verder, vertel, Jurriaan!
| |
[pagina 106]
| |
6.[regelnummer]
Terstond aan boord, terstond in zee,
De kijkers in de handen,
Gezeild, gekruisd van reê tot reê...
Ik vond geen nieuwe landen.
Daar hebt gij |: heel kloekmoedig :| aan gedaan;
Vertel nu maar verder, vertel, Jurriaan!
7.[regelnummer]
Toen toog ik recht naar Mexico;
't Is verder dan naar Bremen;
Daar, dacht ik, ligt het goud als stroo:
Ik zal een zakvol nemen.
Daar hebt gij |: heel kloekmoedig :| aan gedaan;
Vertel nu maar verder, vertel, Jurriaan!
8.[regelnummer]
Och, vrienden lief! wat treurig land
Voor wie zich goud wil garen!
'k Vond niets dan keijen in het zand,
En liet ze waar ze waren.
Daar hebt gij |: heel kloekmoedig :| aan gedaan;
Vertel nu maar verder, vertel, Jurriaan!
9.[regelnummer]
Nu pakte ik ras mijn randsel in,
En ging terstond weêr strijken;
Ik had voorlang toch ook reeds zin
Om Azië eens te kijken.
Daar hebt gij |: heel kloekmoedig :| aan gedaan;
Vertel nu maar verder, vertel, Jurriaan!
10.[regelnummer]
De Mogol is een treflijk heer,
En juist als wij geschapen;
Zijn kiezen deden vreeslijk zeer;
Hij kon van pijn niet slapen.
Dat heeft hem |: toch voorzeker :| zeer gedaan;
Vertel nu maar verder, vertel, Jurriaan!
| |
[pagina 107]
| |
11.[regelnummer]
Hoe! (dacht ik) kwade kiezen! hij,
Bij zooveel goede gaven!...
Wat baat ons, dat men Mogol zij?
Ook kiespijn hebben slaven.
Daar hebt gij |: zeer wijsgeerig :| aan gedaan
Vertel nu maar verder, vertel, Jurriaan!
12.[regelnummer]
Ik liet den waard mijn woord ten pand,
(Want schaadlijk is betalen)
En trok terstond, langs zee en land,
Naar China en Bengalen.
Daar hebt gij |: heel kloekmoedig :| aan gedaan;
Vertel nu maar verder, vertel, Jurriaan!
13.[regelnummer]
'k Reisde Otaheite en Java rond,
En Afrikaas landouwen,
En zag er water, lucht en grond
En volken en gebouwen.
Daar hebt gij |: heel kloekmoedig :| aan gedaan;
Vertel nu maar verder, vertel, Jurriaan!
14.[regelnummer]
En waar ik kwam, ik vond alom
In rijken en in staten,
De menschen even slecht en dom
Als hier in onze straten.
Daar hebt ge |: heel verkeerd :| gedaan;
Vertel maar niet verder, mijnheer Jurriaan!
Naar het Hoogduitsch van m. claudius, geb. 1740 † 1815. De vertaling van tollens gevolgd. |
|