Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Coenraad Zumbach de Koesvelt]Zumbach de Koesvelt (Coenraad) werd den 31 Mei 1697 gedoopt in de St.-Pieterskerk te Leiden, waar zijn katholiek gebleven vader, Dr. Lotharius Zumbach, (van Trier geboortig), toen lessen in wiskunde en muziek gaf en die van 1708 tot zijn dood in 1727 prof. te Cassel was. De zoon werd 3 Juli 1713 phil. stud. te Leiden, prom. er in de geneeskunde, 25 Jan. 1724, werd in 1730 stads-geneesheer, doceerde gelijk zijn vader toegepaste wiskunde en muziek, legde zijne praktijk neder in 1770 en overl. te Leiden, 15 April 1780. In het Ned. gaf hij: Beschr. van weer en wind, Leiden 1740; De eerste beginselen en practicale instructie in de Meet-, Krijg- en Bouwkunde, Leiden 1748, en daartusschen zijn belangrijkste werk, behalve de Latijnsche: Korte Schets, verhandelende van het droogmaken van de groote meeren, Leiden, 2e dr., 1743, waarvan Mr. W.J.C. van Hasselt, zie blz. 326, de beteekenis heeft aangetoond. (Hand. en Med. Letterkunde, 1865.) |
|