Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Aemilius Willem Wybrands]Wybrands (Aemilius Willem), 1 Oct. 1838 geb. te Amst., waar zijn vader schoolonderwijzer was. Onder de leiding van dezen bekwamen man, toonde de vroeg ontwikkelde knaap niet slechts een ongewonen leerlust, maar ook eene zekere kennis, toen hij, nog in den kinderleeftijd, zijn vader drukproeven hielp corrigeeren. Reeds in 1852 werd hij vaderloos, doch mocht het reeds bestaande plan voortzetten om naar het gymnasium te gaan en zich te bekwamen voor het leeraarsambt bij zijn kerkgenootschap, dat der Doopsgezinden. Na vier jaar de leerling van Veegens en Hulleman geweest te zijn, bezocht hij het Seminarium en, naar de gewoonte der propaedeutici, het Athenaeum, voor de klassieke talen. Bij zijne overgeërfde liefde voor onze, inzonderheid mnl., taal en zijn zin voor het verleden van het tooneel, kwam nu zijn ongewone aanleg voor de kerkgeschiedenis aan den dag, waarin Moll leeraarde, en van wien hij zulk een uitmuntend leerling werd. In zijne bediening gesteld, Juni 1861, werd hij hulpprediker te Broek-op-Langendijk, leeraar te Edam, 7 Sept. '62; den 26 Juni 1870 trad hij voor 't eerst te Hoorn op en kwam 26 Nov. 1882 als opvolger van Chr. Sepp, zie blz. 711, te Leiden. Eene hartziekte nam hem weg, wien men eene nog eervoller toekomst had toegedacht, den 22 Sept. 1886. Gedurende een letterk. leven van 25 jaar, heeft hij minder geschreven, dan de rijkdom zijner grondige kennis zou doen verwachten. Drie zijner werken van zekeren omvang zijn: De Dialogus miraculorum van Caes. v. Heisterbach, beschouwd als bijdr. tot de kennis van het godsd. leven in Ned. in den aanvang der 13e eeuw, Amst. 1872; Gesta abatti Orti S. Marie. Gedenkschr. van de abdij Mariengaarde, Leeuw. 1879; De abdij Bloemhof te Wittewierum in de 13e eeuw (Verh. der Kon. Akademie), Amst. 1883. Kleinere opstellen, doch die voor monographieën gelden, zijn opgenomen in: Kalender voor Protest. in Ned., (in jrg. 1861 zijn eersteling, eene studie over het kerkelijk drama in de middeleeuwen); Het Tooneel, onder red. van Mr. J.N. van Hall en den hierop volgenden broeder van den schr.; Studiën en Bijdr.; Los en Vast, Archief voor Ned. Kerkgesch. van Acquoy, Rogge en den schr. zelf; Volks-alm. van 't Nut; Navorscher, enz. Onderstaande levensberichten geven hiervan eene volledige lijst. (Jaarb. Kon. Akad. en Handb. Lett. 1887.) |
|