[Jacob Adolf Worp]
Worp (Jacob Adolf), den 21 Jan. 1851 geb. te Almeloo, waar zijn vader, de bekende toonkunstenaar Jan Worp (geb. te Broek-in-Waterland 1821, overl. te Gron. in 1891), toen muziekleeraar en organist was, werd voor de acad. studiën opgeleid te Groningen, begon die aan de Universiteit aldaar 22 Oct. 1870 en werd bevorderd tot doctor in de wijsbegeerte en letteren, 3 Juli 1879. In 1878 werd hij benoemd tot praeceptor aan het gymnasium te Deventer en 21 Aug. 1879 te Groningen.
Na zijn proefschr. over Jan Vos, Gron. 1879, gaf hij zeer uitgewerkte en met de uiterste nauwgezetheid naar de oorspr. gegevens bearbeide grootere of kleinere artikelen over Ned. schrijvers, waarin de daarin behandelde onderwerpen volkomen beschreven zijn. Deze zijn gedrukt in volgschriften als: Oud-Holland, het Tijdschr. van de Mij. der Ned. Letterkunde, Programma van het Gron. gymnasium, De Gids, Nederl. Spectator, Tijdspiegel, Ned. Museum (Gent), Het Tooneel, enz. De titels der belangrijkste stukken zijn: Eene Ned. vert. van Shakespeare's Taming of the shrew, N. Sp. 1880; Focquenbrock, Gids '81; Holl. vert. van Grieksche trspelen in de 17de eeuw, Prog. van het Gron. Gym., '82; Isaac Vos (met naschrift), T. '83; Pieter Bernagie, T. '83; Mr. Aernout van Overbeecke, O.-H. '83; Thomas Asselijn, T. '84 en '85; Mr. Abr. Alewijn, T. '84; Dr. Bernardt Fonteyn, O.-H. '84; Sibylle van Griethuysen, O.-H. '85; Caspar van Baerle, O.-H. '85-'89; De Lat. vert. van Cats' Trou-ring, T. '86; Jacob Westerbaen, T. '86; Plautus op ons tooneel, T. 87; Eng. tooneelspelers op het vasteland, gedurende de 16de en 17de eeuw, Ned. Mus. '87; De invloed der Eng. litt. op onze tooneelletterk. der 17de eeuw, Tijdsp. '88; Joan de Brune, O.-H. '90; Joannes Broekhuizen, T. '91. In O.-H. '91 komen voor: Laurens Buysero en Constantijn Huygens, Over de schilders van zijn' tijd, terwijl voor den volgenden jrg. van dit tijdschr. bestemd is eene tot nu toe onder zijne hss. verscholene Autobiographie van Huygens. Behalve de Epist. Brouckhusii, die in den handel gebracht zijn, verscheen nog afzonderlijk: Programma van het Gron. Gymn., 1889; Lettres du Seigneur de Zuylichem à Pierre Corneille, Paris et Gron. 1890. Eene grootsche onderneming van dezen Geleerde is de in bewerking zijnde uitgave naar het hs. van al de Gedichten van Constantijn Huygens, die in acht dln. te Gron. het licht zal zien.