Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Carel Godfried Withuys]Withuys (Carel Godfried) werd geb. 2 Mei 1724 te Amst., waar zijn vader zich uit Minden gevestigd had; zijne moeder was verwant aan D. Groebe, zie blz. 298. Van 1814 af was hij ambtenaar, het laatst sedert 1849 als dir. der landsdrukkerij. Hij overl. in Den Haag, 14 Febr. 1865. Hij schreef: De slag bij Quatre-Bras, lierzang, Amst. 1815; Hollands vlag, Amst. 1831; Het Bombardement van Antwerpen, Amst. 1831; De Prins van Oranje, lierzang, Amst. 1831; Gedichten, 1e deel, Amst. 1831; Gustaaf Adolf, of de veldslag bij Lützen, trsp., Amst. 1832; De Koning stierf, de Koning leev'! Dichtstuk, Amst. 1849; Gedenkboek van 1830 en 1831, Poëzy en proza, Amst. 1856; Feestgroet aan de helden der citadel van Antwerpen bij hunne zamenkomst te 's-Hage op den 16 Junij 1857, 's-Hage 1857 (niet in den handel); De conscrit, Kamerspel, Amst. 1860; Verhalen, romancen en vertellingen, Amst. 1863; van 1837-'39 was hij directeur van De Avondbode, met den steun der Regeering uitgegeven, redigeerde eenige jrg. der Vaderl. Letteroefeningen, en was 23 jaar hoofdred. van het Ned. jaarboekje voor V.M. Voorts bijdr. in Muzen-Almanak, Aurora, Holland, enz. (Hand. Mij. Ned. Lett., 1865.) |
|