Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde

[Dirk Groebe]

Groebe (Dirk), geb. te Amst. 20 Dec. 1789, van burgerl., doch niet onwelvarende familie, uit Westfalen afkomstig, werd na gering schoolonderricht ontvangen te hebben op een kantoor gebracht. In 1805 verloor hij zijn vader, leed daarna veel in den druk der tijden en had zijn aandeel in de bevrijding des lands. Als knaap had hij van zijn vader eenige muntstukken gekregen, waardoor hij zijne neiging tot onderzoek en studie ontdekte en in 1808 zijn wensch openbaarde om aan het Kon. Instituut werkzaam te zijn; vijf jaar later werd hij klerk bij die instelling, waardoor hij veel boeken onder zijn bereik kreeg en met geleerden in aanraking kwam, van welke laatste enkele hem waardeerden en steunden, andere zijn arbeid als hun eigen werk lieten doorgaan, wat bij zijn karakter en levensbeschouwing een wederzijdschen wrok deed ontstaan, die door zijne bekroonde prijsverhandelingen bij de Brusselsche Academie en de tweede klasse van het Instituut zelf, zijn eergierigheid en weinige lijdzaamheid meer en meer toenam. Bij de opheffing van het Instituut, werd hij in 1851 eervol ontslagen, na 39-jarigen dienst. Een paar jaar later moest hij de betrekking neder-

[p. 299]

leggen van custos der stads-bibliotheek, die hij mede zoolang had bekleed en waarin hij eene verbazende kennis van boeken en van veler inhoud had verkregen. Met den aanvang van 1865 vond hij een toevlucht in het Oudemannen- en Vr. huis der Hersteld-Luthersche gem. te Amst. en overl. daar 11 Mei 1867. Zijn hieronder vermelde biogr. door Jo. de Vries Jz. is een in menig opzicht leerrijk stuk.

Behalve een groot aantal bijdragen in tijdschr. en losse art. in bladen, schreef Groebe: De bekroonde Verh. over de munten en hetgeen daartoe betrekking heeft, in deel X der Werken van de Akademie te Brussel, 1830; Graaf Floris V en zijne regeering, uit echte bronnen voorgesteld, Amst. 1836; Handl. tot de kennis der Ned. munten, welke sedert drie eeuwen in Ned. zijn geslagen, enz., Amst. 1850, zonder zijn naam. Verdienstelijk is zijne uitgave der Gedichten van C. van Baerle, J. v.d. Burgh, J. v. Heemskerk, L. Reael, Anna en Maria Tesselschade Visscher en anderen, Amst. 1839.

(Hand. Mij. Ned. Lett. 1867.)