[Jan te Winkel]
Winkel (Jan te), geb. 16 Nov. 1847 te Winkel, studeerde sedert 25 Sept. 1866 te Leiden, daarna te Groningen en prom. ald. 27 Maart 1877 met het bekende proefschr.: Maerlant's werken als de spiegel der 13e eeuw, Leiden 1877, en is sedert datzelfde jaar praeceptor aan het gymn. dier stad.
Behalve gen. diss. gaf hij: Jacob van Maerlant, roman van Torec, opnieuw naar het hs. uitgegeven en van eene inleiding en woordenlijst voorzien, Leid. 1875; De roman van Moriaen, id., Gron. 1878; Esopet, id., ald. 1881, (de drie laatste in de door hem medebestuurde Bibl. der Mnl. Letterkunde); Het Kasteel in de dertiende eeuw, (progr. van het gymn. te Gron. 1879); Leven van A. de Jager, (Hand. van Letterk.), Leid. 1880; Bladzijden uit de gesch. der Nederl. Letterk., Haarl. 1881; Overzicht van de Gesch. der Ned. Lett., ald. 1882, 2e herz. dr. ald. 1888, Gramm. Figuren in het Ned., (eerst geplaatst in Noord en Zuid), 2e verm. uitgaaf Kuilenburg, 1884; (in dl. I der nieuwe uitg. van Bredero's werken): Klucht van de Koe; Meulenaer; Symen sonder Soeticheyt, Amst. 1885; Kinder-Cantate, Gron. 1886; Een volksbelang. Opmerking over letterk. critiek, Haarl. 1888, Gesch. der Nederl. Letterk., 3 dln. ald. 1888; en een aantal bijdragen in Evang. Volks-alm., 1868-'77; Leidsche en Gron. Stud.-alm., 1868-'74, Taal- en Letterbode, 1871-'75, Tijdschr. voor Ned. Taal- en Letterknnde, enz. De lezers van dit Wdb. danken aan zijne kundige hulpvaardigheid de met zijne initialen geteekende art. betreffende de Mnl. schrijvers.