dentie, vooral De Tijdstroom. Eene plaatsing te Rotterdam aan de Oude Rott. Courant, en zijn verblijf aldaar duurde tot 1861; hij keerde naar Den Haag terug, was daar werkzaam in den nieuw opgerichten Ned. Spectator, in het (oude) Dagblad aldaar, De Standaard (Amst. bij Van Es), Rott. Weekblad, Middelb. Courant, Ned. Magazijn en Het Vaderland. Van blijvende waarde zijn zijne boeken over Jan Steen en Paulus Potter. Hij overl. 4 Oct. 1871.
Hij schreef: Gelofte en trouw. Familieroman, 2 dln., Utrecht 1853; Levensrichting. Familieroman, 2 dln., Utr. 1854; (met A. Ising) De Oorlog. Geschiedenis der tegenwoordige krijgsgebeurtenissen in Europa, 's-Hage, 5 st., 1854-'56; 2e druk onder den titel: De oorlog tusschen Rusland, Turkije en de Westersche Mogendheden, in het midden der 19e eeuw, 3 dln., Rott. 1855-'56; Een woord over kunst en kunstbescherming in Nederland, 's-Hage 1854; Jan Steen. Etude sur l'art en Hollande, ald. 1856; Leliën des velds. Tweetal verhalen voor meisjes, Leid. 1857; Heidebloempjes. Vertellingen uit het jongens-leven, Leid. 1857; Merkwaardige vrouwenschetsen voor meisjes, Rott. 1860; Hoe 't in de wereld gaat, 2 dln., Arnh. 1862; Jan Steen, Historisch-romantische schetsen, Leid. 1S64; Paulus Potter. Sa vie et ses oeuvres, 's-Hage 1867.
(Hand. Mij. Ned. Lett., 1872.)